Goede buur Frans Bocxe en Paul Tilmans

Frans Bocxe en Paul Tilmans

Slim navigeren tussen traditie en vernieuwing

Is autonoom varen het nieuwe goud van de maritieme industrie? Op het nieuwe Researchlab Autonomous Shipping Delft werken wetenschap en marktpartijen samen aan rendabele businesscases om die droom met de nieuwste wetenschappelijke snufjes te kunnen realiseren. Een paar honderd meter verderop bewijst Scheepswerf Bocxe al zeven generaties lang dat er ook voor een degelijke, traditionele scheepswerf altijd toekomst is. Beide zijn gevestigd op Delft Technology Park/TU Delft Campus, maar scheepsbouwer Frans Bocxe en kwartiermaker Paul Tilmans hadden elkaar nog nooit ontmoet.

“Wij zijn het eerste bedrijf dat je ziet als je vanuit het zuiden Delft binnenkomt”, zegt Frans Bocxe trots. “Dat wil zeggen, als je met de boot bent”, voegt hij er grinnikend aan toe. In 2013 nam hij als zevende generatie uit de familie Bocxe het roer over op de gelijknamige scheepswerf aan de Schie. Het familiebedrijf is inmiddels bijna twee eeuwen oud. Het werd in 1821 op een werf in Aarlanderveen opgericht door een van Bocxes voorouders. Na enige omzwervingen vestigde de scheepsbouwfamilie haar bedrijf uiteindelijk in 1988 op de huidige plek in Delft, toen het de werf van de eveneens uit de 19e eeuw stammende Firma H. Boot en Zonen overnam.

Innoveren is voor de maritieme industrie enorm belangrijk, maar je moet als bedrijf echt de wind mee hebben als je innovaties succesvol wil doorvoeren.

Teuntje-S

Paul Tilmans kijkt zijn ogen uit als hij door de poort naast het werfkantoor het terrein van de scheepswerf op loopt. “Ik heb een voorliefde voor alles wat vaart”, aldus Tilmans, de kersverse kwartiermaker van het Researchlab Autonomous Shipping, kortweg RAS. Het onlangs in The Green Village gevestigde RAS is opgezet om rendabele businesscases te creëren op het gebied van autonoom varen, door toegepast wetenschappelijk onderzoek te verbinden met de markt. De financiering komt van subsidies en door deelname van kennisinstellingen en bedrijven. Het lab is een broertje van RAD dat zich eveneens bij The Green Village bevindt en op dezelfde wijze werkt, maar zich richt op autonoom rijden. Tilmans heeft Industriële Productontwikkeling aan de TU Delft gestudeerd en heeft de afgelopen tien jaar op verschillende gebieden gewerkt met innovatie en nieuwe ontwikkelingen. Van de werf had hij weleens gehoord en in zijn studententijd fietste hij er regelmatig langs. Maar binnen is hij nooit geweest. Hij kijkt geboeid rond. Op de helling ligt Teuntje-S, een in 1958 gebouwd 67 meter lang en bijna 300 ton wegend stalen cargoschip uit de beroepsvaart. “Die is er vorige week uitgegaan voor onderhoud en reparatie”, licht Frans Bocxe toe. Aan dek verft een jonge vrouw met een kwast en een pot zwarte verf de romp bij. Bocxe: “Dat is de dochter van het echtpaar dat Teuntje-S in eigendom heeft”, weet Bocxe. “Het schip is hun bedrijf, vroeger woonden ze permanent aan boord, maar dat zie je steeds minder. De kinderen zijn ook uitgevlogen. Die komen af en toe in de vakantie helpen.”

Blijf bij je leest

Het contrast tussen de eeuwenoude scheepswerf en het hypermoderne researchlab in The Green Village is aanzienlijk. Waar de scheepswerf omvangrijke, traditionele staalconstructies maakt en repareert, test RAS met schaalmodellen de nieuwste technologieën uit. “Innoveren is voor de maritieme industrie enorm belangrijk, maar je moet als bedrijf echt de wind mee hebben als je innovaties succesvol wil doorvoeren”, legt Tilmans uit. “Als je hier op het terrein komt, denk je in eerste instantie dat het een wat verouderde scheepswerf is. Maar Frans vertelt me nu dat het bedrijf al zeven generaties actief is. Dat dwingt veel respect af. Innovatie is mooi, maar niet altijd rendabel. Als je kijkt naar de rompbouw, dan is de concurrentie moordend. In Oosteuropese landen liggen de lonen een stuk lager, evenals de veiligheidsvoorschriften. Daar is lastig mee te concurreren. Dan moet je keuzes maken. Wat Bocxe al zeven generaties heel goed doet, is zich concentreren op de kernactiviteiten. Door de juiste keuzes te maken, zijn ze al zo lang succesvol.” Frans Bocxe beaamt dat de schoenmaker-blijf-bij-je-leest-filosofie het bedrijf al sinds 1821 in de vaart houdt. “We kiezen bewust welke specialisaties we zelf in huis willen hebben en welke ontwikkelingen we volgen. Stalen constructieplaten hebben we hier zelf liggen, maar voor speciaal timmer- of elektronicawerk schakelen we externen in.” Toch is er ook ruimte voor vernieuwing. Zo maakte het bedrijf een aantal jaren geleden speciale elektrisch aangedreven rondvaartboten voor Amsterdam, Utrecht en Delft. Ook is de werf benaderd voor samenwerking in het project Trekschuit 2.0 dat zich richt op vernieuwing van de Delftse binnenstadslogistiek. Bocxe: “Dan moet je denken aan de aanvoer van bouwmaterialen en goederen en de afvoer van afval uit de binnenstad met stille boten.”

In de nabije toekomst is er misschien wel ruimte voor samenwerking tussen de werf en het researchlab.

Visie en samenwerking

Naast het project voor de binnenstad houdt Bocxe zich niet zo bezig met de omgeving waarin hij zich bevindt. De werf ligt precies op de grens van Delft Technology Park en Schieoevers. “Ik ben aangesloten bij de Bedrijvenkring Schieoevers, maar heb met de toenemende woningbouw in Schieoevers Noord niet zoveel te maken”, stelt Bocxe. “Nóg niet, want ik zie ook om ons heen meer woningen verrijzen. Tegenover ons aan de Rotterdamseweg worden zes nieuwe villa’s gebouwd. Er is op deze plek al sinds de 19e eeuw een werf gevestigd, maar als bedrijf met een categorie 4 milieuvergunning weet je niet hoe daar in de toekomst tegenaan gekeken wordt. Ik zou hierover wel wat meer visie van de gemeente willen zien.” Paul Tilmans is als kwartiermaker druk bezig het researchlab op te bouwen. RAS is afgelopen maart van start gegaan in The Green Village. Daar heeft hij een vijver tot zijn beschikking voor het testen met schaalmodellen. “Maar we willen ook met echte scheepjes testen en hebben een ontheffing gekregen om op de Schie te varen”, vertelt hij. Aan de Schie heeft RAS een stuk kade nodig en de mogelijkheid om scheepjes uit het water te halen. Daarom kijkt Tilmans nadrukkelijk over de schutting van The Green Village heen. In de nabije toekomst is er misschien wel ruimte voor samenwerking tussen de werf en het researchlab. “Wie weet!” denkt Tilmans hardop. “Daar valt natuurlijk over te praten”, reageert Bocxe. Over één ding zijn ze het in ieder geval eens: om vooruit te komen, moet je slim navigeren tussen traditie en vernieuwing.

Stichting Gebiedsfonds Delft Technology Park

Stichting Gebiedsfonds Delft Technology Park is actief in het gebied rond de TU Delft, Delftechpark, Technopolis en de Schoemakerplantage. Het fonds is op zoek naar bedrijven en ondernemers die zich willen aansluiten. In deze rubriek koppelt het fonds ondernemers uit het gebied aan elkaar.

Vorig artikelWerknemers zijn het goud van deze eeuw
Volgend artikelColumn: Janelle Moerman, Een gouden kans