Betonfabriek Vrijenban is al sinds 1911 gevestigd aan de Schie. De onderneming, met dank aan innovatieve toepassingen uitgegroeid tot speler van ‘de eredivisie van de betonindustrie’, koestert z’n Delftse wortels. En ja, ook ondanks alle uitdagingen én Schieoevers-plannen wil het oer-Delftse bedrijf de stad graag trouw blijven, vertelt directeur-grootaandeelhouder (dga) Bas Aalbers.
Het Prinses Amaliaviaduct, een kunstwerk voor prinses Beatrix, een state-of-the-art damwand en de boulevard van Scheveningen: noem een aansprekend bouwwerk en Betonfabriek Vrijenban heeft het (deels) gemaakt. De producten en toepassingen worden overigens niet alleen in Delft geleverd, maar ook in de nevenvestigingen van het bedrijf in Vianen, Zuidbroek en Nieuw-Lekkerland. Aalbers: “We hadden gewoon geen ruimte meer in Delft”, verklaart directeur Bas Aalbers de groei.
Gedreven en veel expertise
Onder zijn leiding groeide Betonfabriek Vrijenban uit tot een innovatieve speler in de maakindustrie, die graag dagelijks zoekt naar verbeteringen. Aalbers: “We hebben hier een eigen R&D-afdeling en werken bijvoorbeeld geregeld samen met de kennisinstituten van Delft, die schaalmodellen nodig hebben voor onderzoek. Zij weten dat we heel gedreven mensen én veel expertise in huis hebben. Bovendien geldt bij ons het motto: ‘Nee bestaat niet’. De betonindustrie is van oudsher een heel traditionele sector, maar dat zijn wij juist per se niet. Dat kunnen we ook laten zien aan de hand van onze referenties. We kunnen tegenwoordig bij wijze van spreken met onze iPhones beton maken.”
Honderd
In de bouwcrisis vielen nogal wat bouwbedrijven om, terwijl Betonfabriek Vrijenban alleen maar groeide. Vandaag de dag zijn er dagelijks zo’n 80 mensen op vier productielocaties bezig met ongeveer honderd projecten. Dagelijks worden klanten bediend met prefab betonelementen en betonmortels in allerlei vormen, maten, samenstellingen en nabewerkingen. Infra- en civiele werken (veelal voor overheden) blijven de belangrijkste tak, maar Betonfabriek Vrijenban is ook actief in de agrarische sector, terwijl er ook bijvoorbeeld casco-woningen worden gemaakt.
Combineren
In Delft, een relatief kleine productielocatie, gebeurt veel ‘specialistisch’ werk. En dat in een stadse omgeving met studenten (TU), recreanten (de hockeyers van Hudito) en bewoners ‘om de hoek’. Op een relatief klein oppervlak wordt dus wonen, werken, studeren en recreëren gecombineerd. Is dat een ideale fabrieksomgeving? “Aan de ene kant niet”, zegt Aalbers. “Er gelden strenge regels, waarbij voor ons vooral de geluidsnormen van belang zijn, in verband met de bewoning naast onze fabriek. De richtlijnen maken het voor ondernemers wel lastig, hebben we vooral gemerkt toen we hier ons nieuwe pand bouwden. Het is dus soms laveren, maar dat lukt. En nee, we krijgen ook geen klachten van bewoners; de richtlijnen zijn duidelijk. Er zijn grenzen, en daar gaan wij niet overheen.”
Blijven
Het bedrijf wil dan ook beslist niet weg uit Delft, ook niet nu er plannen zijn om het Schieoevers-gebied ingrijpend te veranderen. “Wij willen hier graag blijven en daar hebben we heel goede redenen voor”, aldus Aalbers. De eerste is deels nostalgisch: een traditioneel maakbedrijf dat al ruim een eeuw bestaat en de laatste jaren is uitgegroeid tot een zeer eigentijds maakbedrijf, daar mag Delft best trots op zijn, vindt Aalbers. “Verder hebben we hier in Delft heel trouw, zeer vakkundig personeel. Als ik onze mensen zou vertellen dat we naar Vianen zouden verhuizen, zou ik daar weinig applaus voor krijgen.”
Maar ook de goede samenwerking met andere Delftse bedrijven én het hoofdstuk duurzaamheid zijn redenen om Delft trouw te blijven. Aalbers: “Dit is een unieke productielocatie, die ook qua locatie voor ons heel belangrijk is. In het westen van het land wordt nu eenmaal veel gebouwd, en wij willen het vervoer zo veel mogelijk beperken. Duurzaamheid is voor ons een belangrijk hoofdstuk: niet alleen in onze productiemethodes proberen we steeds minder grondstoffen te gebruiken, maar ook wat betreft hergebruik van beton en lokaal produceren, dus het beperken van reiskilometers, zijn we dagelijks bezig.”
Mondiaal
Voor het beperken van reiskilometers wil Aalbers op één vlak graag een uitzondering maken. In Nederland bevindt Betonfabriek Vrijenban zich dus al op het hoogste niveau, maar het zou best aardig zijn om dat ook eens op mondiaal (sport)niveau te laten zien. Aalbers, lachend: “Nu de Formule 1 terugkeert naar Zandvoort, ligt daar genoeg werk voor bouwers. Wij zouden bijvoorbeeld best de kerbstones (de ‘randstenen’ in de bochten, red.) voor het circuit willen leveren.’’
Meer info: www.vrijenban.nl.
Bron: https://www.delft.nl/nieuws/betonfabriek-vrijenban-wil-graag-delft-blijven
