De stand van zaken – 19 november

0
De Stand van Zaken - 19 november

Marjan Kreijns en Jorn van der Schaaf over optimaliseren van innovatieketen

Je zou niet zeggen dat ze elkaar nog niet kennen. Gelijk bij kennismaking ontstaat een geanimeerd gesprek tussen Marjan Kreijns (directeur The Green Village) en Jorn van der Schaaf (oprichter Ivy Global). Beiden houden zich bezig met (een ander stukje van) de innovatieketen en juist daarom blijkt het interessant om eens kennis te maken. Geheel in de geest van deze tijd nuttigen ze samen een bezorglunch van Restaurant Kruydt in een van de ruimten van de Buccaneer aan de Paardenmarkt.

MK > Ben je nog nooit bij The Green Village geweest? Dan moet je beslist binnenkort komen kijken. The Green Village is de proeftuin voor innovaties op het gebied van de energietransitie en klimaatadaptatie. In The Green Village wordt de duurzame toekomst dichterbij gehaald. En wat is Ivy Global?

JS > Ik kom graag kijken met mijn collega’s, dat willen we zeker zien. Wij huren studenten in voor projecten bij opdrachtgevers. Voor één dag per week of meer. Wat je vaak ziet, is dat studenten aan het eind van hun bachelor nog één of twee vakken moeten halen. Ze hebben dan veel tijd over dus kunnen ze bij ons praktijkervaring opdoen. Ze hebben tot een bepaalde mate veel vrijheid, maar worden begeleid door een ervaren projectmanager. Ze ervaren het verschil tussen theorie en praktijk. Dat je voor allerlei dingen vergunningen moet hebben bijvoorbeeld. Of dat de werkvloer niet altijd op innovaties zit te wachten.

MK > Krijgen ze daar ook studiepunten voor? En van welke studierichtingen komen de studenten?

JS > Nee, helaas niet. Al is dat voor ons wel een soort stip op de horizon. Dat zou wel heel mooi zijn als dat zou kunnen. Juist het vertalen van theorie naar praktijk is zo’n enorm belangrijke stap, die je eigenlijk in de collegebanken niet echt kunt leren. In principe zoeken we medewerkers vanuit allerlei studies, maar de meesten studeren werktuigbouwkunde.

MK > Intussen lopen we bij The Green Village ook wel tegen de praktijk aan. We werken eraan om innovaties in de energietransitie te versnellen. Daar zijn mensen voor nodig. Dan realiseer je je dat er in de toekomst voor het halen van het klimaatakkoord gewoon heel veel mankracht nodig is. Hoe stomen we voldoende studenten klaar voor de toekomst?

JS > Daar vervullen wij een rol in. Er was een tijd dat elke TU student bij Shell wilde werken. Dat is de laatste tijd iets minder in trek, maar het toont wel de kracht van bekende namen. Wij werken voor heel grote bedrijven in de haven, die niemand echt bij naam kent. Maar als een student daar binnenkomt op een project van ons, dan zien ze hoeveel belangrijk werk er te doen is. Dat is ook zo bij de waterschappen waarvoor we werken.

MK > Over wat voor soort werkzaamheden heb je het dan?

JS > Het gaat heel veel over onderhoud. De meeste klanten zitten in de haven in Rotterdam. Dan heb je te maken met raffinaderijen, energiecentrales of bijvoorbeeld een biomassacentrale. Je wilt bijvoorbeeld bepalen wanneer je welke onderdelen moet vervangen. Als je dat projectmatig aanpakt met behulp van slimme studenten kun je bijvoorbeeld een productielijn optimaliseren.

MK > Hoeveel mensen werken er voor jullie zelf en over hoeveel studenten praten we?

JS > Wij hebben zelf vijftien mensen in vaste dienst en meestal zo’n 100 tot 120 studenten die voor ons werken. Soms een dag in de week, dan weer twee maanden fulltime. 99,9 procent van het werk heeft normaal gesproken plaats op locatie. Nu, met corona, is dat natuurlijk even anders, wat met name voor de studenten wel erg lastig is. Toch kun je ook veel online doen. We hadden bijvoorbeeld eens een stelletje dat in een oud busje door Australië trok tussen hun bachelor en master in. Zij moesten voor ons autocad tekeningen maken, dus het maakte helemaal niet uit waar ze dat deden.

MK > Mooi concept. Je ziet toch bij studenten dat ze bepaalde skills moeten ontwikkelen, met name op het gebied van communicatie en overtuigen. Dan is dit een prachtige aanvulling op wat ze in de collegebanken leren. Wat je bij ons ook ziet, is dat deelname aan innovatieprojecten jonge mensen prikkelt om zelf te gaan ondernemen, dan zie je dat dit soort praktijkervaring heel veel waard is. En hoe komen jullie aan klanten en studenten?

JS > Zeker onder studenten hebben we inmiddels een grote bekendheid, dus dat gaat eigenlijk vanzelf door mond- tot-mondreclame. Ook de meeste bedrijven vinden ons op die manier, toch zeker wel 60 à 70 procent. We zeggen altijd: ‘We gaan voor extreem tevreden klanten en extreem tevreden medewerkers’. Dan komen die klanten bijna vanzelf. We bestaan nu zes en een half jaar en hebben zo’n 580 projecten gedraaid tot grote tevredenheid. Daar ben ik echt heel trots op. Het bewijst dat studenten dit soort projecten echt aan kunnen.

MK > Dat is een mooi verschil met The Green Village. Bij ons mogen dingen juist mislukken, daar leer je ook veel van. Het is een proeftuin. We zitten echt aan het begin van de innovatieketen en daar worden mooie ideeën geboren, die in een beschermde omgeving worden uitgetest. Bewoners van The Green Village weten ook dat ze bijvoorbeeld opeens zonder warm water kunnen zitten of dat er soms mensen in hun huis moeten zijn. Er wonen studenten, maar ook juist ‘gewone’ Delftenaren via de sociale woningbouw. Mensen die niet vanuit hun studie of beroep met de energietransitie bezig zijn, die zijn waarschijnlijk kritischer.

JS > Wat ook belangrijk is, is het samenwerken van technici op verschillende niveaus. Wij werken voor ongeveer 90 procent met wo’ers en 10 procent met hbo’ers. En onderschat ook niet het belang van mbo’ers in de innovatieketen.

MK > In Delft wordt daar goed op ingesprongen. De onderwijswethouder wil een doorlopende leerlijn realiseren op het gebied van techniek, van vmbo, mbo, hbo tot wo. The Green Village vervult daar graag een rol in als inspirerende leeromgeving.

JS > Dat is echt heel goed en ook hoe het zou moeten zijn. Al die niveaus zijn even belangrijk. En voor een wo’er is het prachtig om te zien wat er van zijn berekeningen terechtkomt, te zien of het idee ook in de praktijk haalbaar is, en hoe het op de werkvloer ontvangen wordt. Heel mooi om die opleidingen te laten samenwerken.

Lunchen: bezorgen en afhalen

In verband met de horecasluiting vanwege de coronamaatregelen was de lunch dit keer bezorgd door Restaurant Kruydt. Onder de noemer ‘Kruydt voor thuis’ verzorgt Restaurant Kruydt elke twee weken een ander afhaal-/bezorgmenu van 3- tot 5-gangen. Er wordt een uitgebreide instructie bijgeleverd met instructiefilmpjes op de website.

Vorig artikelEn dan onstaat er magie
Volgend artikelZo zit dat: Normen