Digitalisering in stroomversnelling door corona

0
Roel Nikkessen (OGD ict-diensten) en Alexandra Schless (NorthC)

Technologie veraangenaamt ons leven

Alexandra Schless is ceo van NorthC, de grootste regionale datacenteronderneming in Nederland. Het bedrijf verzorgt datacenter- en connectiviteitsdiensten voor onder andere de gemeente Delft en Exact. Een andere Delftse klant is OGD, een bedrijf dat ICT-diensten levert op het gebied van ICT-infrastructuur, service-desk en softwareontwikkeling. Roel Nikkessen is de ceo van OGD, dat ruim dertig jaar geleden in Delft begon en inmiddels 1.200 medewerkers in dienst heeft. Twee energieke ceo’s met elkaar in gesprek. Over hun succesvolle samenwerking en waarom het zo belangrijk is verder te digitaliseren, juíst in tijden van coronacrisis.

Wanneer begon de samenwerking?

Alexandra Schless > “Die stamt uit 2014. OGD had destijds een aanbesteding gewonnen. Die klant is door OGD in ons Amsterdamse datacenter ondergebracht. OGD is in datzelfde jaar voor hun eigen kantoor automatisering ook klant gewor-den bij NorthC Delft en Amsterdam. Het datacenter in Delft bevindt zich achter het gebouw van de TU Delft, afdeling Lucht- en Ruimtevaarttechniek.”

Roel Nikkessen > “OGD is een ICT-bedrijf zonder eigen datacenter. We waren klant bij de locatie Amsterdam en zagen later tegenover ons hoofdkantoor aan de Rotterdamseweg het nieuwe NorthC datacenter verrijzen. We kunnen er naartoe lopen en zijn daar klant geworden.”

AS > “Sindsdien hebben we het contact gestaag uitgebouwd. Onze teams spreken elkaar regelmatig en houden elkaar op de hoogte van wat er speelt bij beide organisaties.”

RN > “NorthC is een fijne partner. Het is een professionele organisatie. Er is een sfeer van no-nonsense, geen ingewikkelde bureaucratie of opsmuk. En het persoonlijke contact is fijn. Zo heeft NorthC al een paar keer voor klanten inspirerende ceo-sessies georganiseerd.”

Welke band hebben jullie met Delft?

AS > “Delft is een van de tien plekken in Nederland waar NorthC een datacenter heeft. Deze datacenters zijn verspreid over vijf regio’s: metropoolregio’s Rotterdam Den Haag en Amsterdam, Utrecht, Eindhoven en Groningen. Vroeger waren datacenters voornamelijk gevestigd in de grote connectiviteitshubs zoals Amsterdam, Frankfurt, Londen of Parijs. Dat is nu anders. Er zijn veel bedrijven die een vestiging in de regio Delft hebben en de voordelen zien om een datacenter in de buurt te hebben. Ontwikkelingen als The Internet of Things en kunstmatige intelligentie stimuleren de behoefte om data meer regionaal te verwerken en op te slaan. Daarnaast is de connectiviteit in en naar de regio’s heel goed ontwikkeld.”

RN > “OGD is van oorsprong een Delfts bedrijf: klein begonnen aan de TU Delft, dertig jaar geleden. We hebben nu vijf vestigingen, waarvan het hoofdkantoor zich in Delft bevindt, pal achter het datacenter van NorthC. OGD heeft van oudsher dus een sterke band met de universiteit, die nog wordt versterkt door de instroom van studenten die bij ons willen werken. Vanuit Delft ondersteunen we door het hele land organisaties, waaronder enkele grote zorginstellingen en klanten als Royal FloraHolland en Univé.”

Welke invloed heeft de coronacrisis op jullie bedrijf?

AS > “In maart stond de wereld op zijn kop. Door het fenomeen van thuiswerken werden bedrijven gedwongen om hun onlinediensten, zoals videobellen, snel en adequaat op te schalen. Onze datacenters zijn het fundament voor al deze onlinediensten. De vraag naar capaciteit is in de afgelopen maanden gestaag gegroeid. Dat is voor ons geen enkel probleem. Wij voeren al jaren het beleid om voldoende capaciteit in onze datacenters beschikbaar te hebben. Dit doen wij door tijdig uit te breiden of nieuw te bouwen. Zodra de bezettingsgraad op 75 procent zit, gaan wij aan de slag.”

RN > “Vroeger bepaalde de ICT- manager het tempo van de digitale transformatie, nu dicteert het coronavirus de snelheid. De rollen zijn dus omgedraaid. Toen in maart de crisis uitbrak, moest iedereen opeens een goede thuiswerkplek hebben. Dit had een enorme impact op onze medewerkers. Een interne enquête maakte duidelijk dat er ook nadelen aan het thuiswerken zaten, zoals eenzaamheid. Dan besef je hoe belangrijk het menselijke aspect is. Dat er behoefte is én blijft aan sociale interactie. Wij hebben allerlei activiteiten georganiseerd om de betrokkenheid te vergroten. Zo hebben we een drive-in bioscoop geregeld, heeft onze sterrenkok Martin onlangs online een kookworkshop gegeven en sturen we borrelpakketten. We zijn ook betrokken bij coronagerelateerde projecten, zoals de ICT-ondersteuning bij de onlangs opgerichte corona XL-teststraten.”

Techniek creëert keuze en mogelijkheden

Hoe zien jullie de toekomst?

AS >“Straks – na corona – wordt het uiteraard anders. Ik ben optimistisch en verwacht een gulden middenweg. Het thuiswerken was min of meer gedwongen, maar we hebben gezien dat het tot op zekere hoogte ook goed werkt. Een groot voordeel is dat we bijvoorbeeld niet meer uren in de file hoeven staan, wat weer goed voor het klimaat is. Deze ervaring moeten we gebruiken en de infrastructuur zo inrichten, dat we de positieve aspecten van het thuiswerken behouden en inpassen.”

RN > “Ik denk dat kantoren er heel anders gaan uitzien. De tijd van kantoortuinen is echt voorbij. We moeten ruimten creëren waarin teams aan de slag gaan en projectmatig kunnen werken. En de overheid moet inspelen op die nieuwe werkelijkheid, echt doorpakken met het stimuleren van thuiswerken.”

AS > “De coronacrisis heeft de keerzijde van de globalisering duidelijk gemaakt. Opeens is ons een spiegel voorgehouden. We zijn gaan nadenken over de vraag: ‘Waarom zijn we afhankelijk van mondkapjes uit China?’ En dan ontstaat het besef dat wij zelf ook mondkapjes kunnen maken. Regionale en lokale inzet wordt belangrijk. Zorgen voor elkaar is essentieel, net als maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Dit doen wij bijvoorbeeld al met onze restwarmte. Ons datacenter in Aalsmeer is zó ingericht dat de warmte niet verloren gaat. Die wordt uitgewisseld met een kinderdagverblijf, een plantenkwekerij en een zwembad. Alle nieuwe datacenters die NorthC bouwt, moeten in de toekomst voldoen aan deze norm. Een loffelijk streven, waarbij we ook stuiten op praktische vragen. ‘Welke partijen zijn direct belanghebbend?’ En: ‘Hoe leggen we de verschillende verantwoordelijkheden bij een dergelijk project vast?’ Ook andere vragen komen aan bod. ‘Wie is eigenaar van de infrastructuur of wie verzorgt het onderhoud op de infrastructuur?’ Daarover moeten we goede afspraken maken met partners, zoals de gemeente.”

Hoe denken jullie over versnellen versus vertragen?

RN > “Misschien moeten we wel versnellen juist óm te kunnen vertragen. Met bijvoorbeeld de mogelijkheden die het gebruik van kunstmatige intelligentie biedt. Zo hebben wij een parkeerapp ontwikkeld, voor als je onderweg bent naar een afspraak. Je bent gehaast, wilt op tijd komen en die app scant in een grote cirkel de parkeerplekken en navigeert je op een relaxte manier naar een vrije plek.”

AS > “Precies, mooi voorbeeld. Het is de technologie die mogelijkheden schept. Geen stress wanneer je op de plek van bestemming aankomt. Heerlijk! Digitalisering en innovatie creëren de voorwaarden om ons leven te veraangenamen, om allerlei keuzes te kunnen maken. Om bijvoorbeeld via FaceTime gesprekken te voeren met familieleden aan de andere kant van de oceaan in plaats van een lijnvlucht te nemen om hen te bezoeken. De kwaliteit van het leven wint erbij. Versnelling is goed, maar de behoefte aan vertraging zal altijd blijven. En daar moeten we ruimte aan geven.”

Na corona komt er een gulden middenweg

Vorig artikelMKB-werkplaats digitalisering Haaglanden
Volgend artikelWie niet ‘Waag’t, die niet wint