Lokaal geworteld maar een global reach

0
Een foto van Evert Jaap Lugt, directeur van YES!Delft

Start-upincubator YES!Delft nestelt zich nog steviger in de regio én in het universitaire via een sterkere samenwerking met Den Haag en Rotterdam. Daardoor kan de Delftse incubator het verschil maken bij belangrijke maatschappelijke uitdagingen, ziet ook directeur Evert Jaap Lugt.

Lugt is een fanatiek sporter. Zijn nieuwste liefde: padel, de kruising tussen tennis en squash die inmiddels ook Nederland in haar greep heeft. “Ook padel is een vorm van innovatie, zoals ik in mijn werk ook dagelijks met nieuwe, creatieve processen bezig ben,” aldus Lugt. “Het afgelopen jaar bood in dat opzicht kansen, maar was ook zwaar. De 140 start-ups die we onder onze hoede hebben, hebben het lastig. Het feit dat we onze deuren gesloten moeten houden, maakt het samenkomen lastiger – terwijl daaruit juist de mooiste ideeën voortkomen.”

Denken als een start-up

Toen hij bijna vier jaar geleden aantrad als directeur zei Lugt het al: we moeten blijven denken als een start-up. “Alleen zo blijf je agile werken, blijf je in het vizier houden of je nog wel past in de markt waarin je opereert. Ook de grootste bedrijven blijven zoeken naar een plek in deze snel veranderende wereld. Kijk bijvoorbeeld naar Shell, dat in de energietransitie naar nieuwe vormen zoekt. Zo denken wij ook: als een lokaal gewortelde incubator, maar wel een met een global reach.” Die reach wordt nog verder uitgebreid met de samenwerkingen die YES!Delft het afgelopen jaar is aangegaan. Er werden nieuwe kantoren geopend in Den Haag en Rotterdam, om ook daar een plek te kunnen bieden aan start-ups met grote ideeën. Met die laatste stad werd ook een nieuwe universitaire band gesmeed: YES!Delft zal de komende jaren samen met de TU Delft en de Erasmus Universiteit Rotterdam de schouders zetten onder grote maatschappelijke uitdagingen. “Het technische Delft en het meer commerciële Rotterdam vormen samen een prachtige combinatie,” ziet Lugt. “Met deze samenwerking groeit niet alleen ons netwerk, maar krijgen ook verschillende typen mensen de kans om elkaar aan te vullen en te verrijken. Die diversiteit is lastiger te creëren in een bedrijf met alleen maar ingenieurs of economen.”

Universiteiten die hun onderzoek toespitsen op de maatschappij hebben de toekomst

Not for profit

Met deze stap hoopt Lugt straks nog meer start-ups aan actuele maatschappelijke opgaven te kunnen verbinden. “De komende jaren hopen we ons in de breedte te mogen verbinden aan de publieke én private sector in de hele metropoolregio. Met onze kennis van zaken helpen we start-ups zo snel mogelijk succesvol te worden. Hoe mooi is het als zij hun kennis en enthousiasme kunnen inzetten voor een probleem dat in de omgeving speelt? Daarom halen we via het programma City of the Future uitdagingen op in gemeentes in de buurt (zie kader, red.). Denk bijvoorbeeld aan de luchtkwaliteit of drukte in binnensteden, maar ook aan eenzaamheid bij ouderen of obesitas bij de jeugd. Daarin komen sociale componenten en technologie samen.”

YES!Delft is een not-for-profitorganisatie, benadrukt Lugt. “Wij zijn niet gericht op winstmaximalisatie, maar op een zo groot mogelijke impact. Met deze samenwerkingen met de metropoolregio én de universiteiten daarbinnen laten we zien dat deze instituten onderdeel zijn van de samenleving. De betere universiteit leidt niet alleen mensen op en voert onderzoek uit, maar denkt ook marktgericht. De TU Delft loopt daarin voorop, met stakeholders, fieldlabs en allerlei fantastische initiatieven die maatschappelijke impact realiseren.. Ook de Erasmus Universiteit Rotterdam wil die stap nu zetten. Daar wordt ook het onderzoek beter van.”

City of the Future: Samenwerking tussen start-ups in de MRDH

Met City of the Future koppelt de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) gemeentelijke uitdagingen aan technologische innovaties van start-ups. “Doordat gemeenten vanaf de start meedenken over het probleem én de oplossingen, kunnen de startups hen ook daadwerkelijk verder helpen,” vertelt Cees Stoppelenburg, voorzitter van de Ondernemingsraad van MRDH. “Omdat veel gemeenten met vergelijkbare uitdagingen te maken hebben, kunnen de oplossingen bovendien breder worden ingezet.” Op het ogenblik lopen er diverse pilots en verkenningen op een veelheid aan onderwerpen. “Denk bijvoorbeeld aan een pilot naar de meting van de stabiliteit van historische kademuren, de optimalisatie van de inzameling van matrassen en een betere informatievoorziening richting inwoners over de luchtkwaliteit in hun woonomgeving.” Ook de wethouders van verschillende deelnemende gemeenten zijn enthousiast over de samenwerking. “Door de handen ineen te slaan, brengen we op een efficiënte manier verbeteringen aan in de leefomgeving van bewoners”, beamen Bas Vollebregt, wethouder in Delft en bestuurlijk ambassadeur van het programma City of the Future, en mede-ambassadeur Frank van Kuppeveld, wethouder in Pijnacker-Nootdorp.

Tekstschrijver: Lenny Tamerus
Fotograaf: Raul Neijhorst

Vorig artikelTheatrale marathon
Volgend artikelOndernemers helpen om te groeien