Foie gras op basis van stamcellen

0
Nadine Bongaerts - Delft Integraal

Nadine Bongaerts, tegenwoordig werkzaam in Frankrijk, kijkt met tevredenheid terug op haar studie in Delft. “Het netwerk dat ik daar heb opgebouwd, is ontzettend waardevol. In vergelijking met bijvoorbeeld Franse universiteiten is TU Delft heel goed in het hands-on en praktisch maken van de theorie. Dat geeft studenten zeer waardevolle skills.”

Biologisch alternatief kan vervuilende processen vervangen

Nadine Bongaerts studeerde life sciences and technology (LST), een gezamenlijke opleiding van TU Delft en Universiteit Leiden. Haar aha-moment kwam in 2010 toen ze met een team studenten meedeed aan de iGEM-competitie, een internationale wedstrijd op het gebied van synthetische biologie. “Dat was ten tijde van de olieramp in de Golf van Mexico, die ons inspireerde om een bacterie te maken die oliemoleculen kon afbreken tot CO2”, vertelt ze. “In het begin ging LST erg over het bestuderen van de biologie. iGEM deed me inzien dat we de biologie kunnen gebruiken als ultieme technische tool voor duurzame ontwikkeling.”

BIOLOGIE ALS ULTIEME TECHNISCHE TOOL VOOR DUURZAME ONTWIKKELING

Kweekvlees

Bongaerts, inmiddels gepromoveerd, werkt nu bij start-up Gourmey, het eerste Franse bedrijf dat kweekvlees op de markt wil brengen. “Wij proberen om foie gras te maken op basis van stamcellen. Foie gras is misschien wel het ultieme Franse product, maar de manier waarop het geproduceerd wordt is ontzettend onethisch”, vertelt ze. Het zal nog wel jaren duren voor het eerste
potje Gourmey in de schappen ligt. “Er zijn eerst zoveel vragen te beantwoorden, deels fundamenteel wetenschappelijke. Kweekvlees is een onderwerp op het grensgebied van heel veel vakgebieden, waaronder voedingsleer, biotechnologie, stamceltechnologie en genetica. Dat maakt het zo interessant. We zijn met zijn allen, academische onderzoeksgroepen en start-ups als Gourmey, een heel nieuw veld aan het creëren.” Haar passie voor synthetische biologie kon ze in 2020 delen tijdens een DEAN-evenement. DEAN (Dutch Engineers Alumni Network) is het netwerk voor alumni van de vier Nederlandse technische universiteiten. “Tijdens de lockdown heb ik via Zoom een presentatie gegeven in een seminar speciaal voor alumni in Frankrijk. Ik had me niet gerealiseerd dat er zoveel TU-alumni in Frankrijk wonen, ik heb veel nieuwe mensen leren kennen. Het zou mooi zijn als dit soort ontmoetingen straks weer fysiek plaats kunnen vinden.”

Bongaerts schetste er een beeld van recente ontwikkelingen in de synthetische biologie. “Mensen denken bij technologie nog vaak aan robotica en AI (artificial intelligence –red.). Ik heb geprobeerd te laten zien dat op biologie gebaseerde technologie inmiddels volwassen genoeg is om in te zetten op allerlei gebieden buiten de farmacie.”

Spinnenzijde

“Je kunt dna bijvoorbeeld gebruiken voor dataopslag; een dna-molecuul blijft duizend jaar intact en is dus ideaal om informatie in op te slaan, beter dan de gemiddelde harddrive. Het uitlezen en efficiënt veranderen van die data is nu nog lastig, maar er zijn al allerlei experimenten om dna in te zetten als middel om belangrijke of geheime data in op te slaan”, gaat ze verder. “Of denk aan biosensoren. Die worden al gebruikt in de diagnostiek: een Covid-19-test voelt bijvoorbeeld of er een bepaald stukje virus aanwezig is. Zo zijn er nog veel meer toepassingen denkbaar, zoals het meten van toxische stoffen.” Ook innovatieve materialen zullen uit de
natuur komen. “Denk aan spinnenzijde, dat is licht maar supersterk. Er zijn bedrijven die nu proberen om dat met behulp van gisten of bacteriën te produceren.” Biosensoren, kweekvlees, spinnenzijde: voor Bongaerts zijn het allemaal stappen op weg naar een nieuwe wereld, één waarin zoveel mogelijk vervuilende processen vervangen zijn door een biologisch alternatief. “Ik hoop dat we de wereld groener kunnen maken met behulp van technologie. Biologische processen passen daar naadloos in en daar wil ik graag mijn steentje aan bijdragen”, zegt ze. Voor het zover is, zijn er nog wel wat barrières te overwinnen. “Momenteel wordt vervuiling vaak niet meegenomen in de prijs van producten. Daardoor kunnen nieuwe technologieën waar veel in geïnvesteerd moet worden, nu niet concurreren met vervuilende producten en zijn consumenten niet bereid ervoor te betalen. Technologisch gaat het allemaal wel lukken, de grote maatschappelijke en politieke uitdagingen zijn veel groter. Die gaan straks de doorslag geven.”

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Delft Integraal, het wetenschappelijk magazine van de TU Delft.

Vorig artikelPersbericht: NorthC breidt uit in Zuid-Holland
Volgend artikelMade in Delft: Crescent Tech