Met zicht op Delft en de regio gaan ondernemers en bestuurders in restaurant The Penthouse met elkaar in gesprek over regionale thema’s. Waar lopen ze tegenaan, wat kunnen ze van elkaar leren en welke kansen liggen er voor samenwerking binnen de regio?

Niet tegen elkaar knokken maar samen optrekken

Met een riant uitzicht over de regio bespreken Ad Dekkers, David Lansen, Peter van Haagen en Gert de Visser het voorkómen en bestrijden van leegstand in winkelgebieden. De kern van het gesprek is leegstand, voortkomend uit onder andere recessie en veranderend koopgedrag. De uitdaging is in beeld te brengen welk aanbod de klant wenst en dat vervolgens te realiseren. Dat vraagt om samenwerken, bereid te zijn te kiezen voor verandering, en lef. De economie eindigt niet bij een winkelgebied of gemeentegrens.

Gesprekspartners:
Ad Dekkers, Directeur Bureau Binnenstad Den Haag, Bureau Binnenstad Den Haag. Is een onafhankelijke stichting van gemeente en private partijen die samenwerken aan de economische agenda van de binnenstad. Daarnaast stimuleert het de samenwerking tussen partners in de binnenstad; ondernemers, winkeleigenaren, bewoners, horeca, onderwijs en cultuur.

David Lansen, Voorzitter Bestuurlijk Overleg Binnenstad Delft (BOB). De ondernemers en winkeliersverenigingen van de binnenstad in Delft hebben zich gebundeld tot één overkoepelend platform waar alle stemmen gehoord worden en gezamenlijke doelen gerealiseerd kunnen worden: Bestuurlijk Overleg Binnenstad (BOB).

Peter van Haagen, Zelfstandig ondernemer en vicevoorzitter van BIZ Platform NL. Een BI-zone is een afgebakend gebied, zoals een bedrijventerrein, waar gebiedsgerichte bestemmingsheffing wordt geheven onder de ondernemers van het terrein voor investeringen in de bedrijfsomgeving. Het platform informeert partijen op lokaal economisch niveau over de mogelijkheden die een BI-zone biedt. 

Gert de Visser, Strategisch beleidsadviseur economie MRDH. De Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) is een samenwerking van 23 gemeenten. Deze gemeenten bundelen hun krachten om het gebied beter bereikbaar te maken en gezamenlijk het economisch vestigingsklimaat te versterken.

Lansen doet de aftrap: “De binnenstad van Delft heeft de laagste leegstand van Nederland. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen horeca of detailhandel.” Lansen is voorzitter van Bestuurlijk Over- leg Binnenstad (BOB), de koepel van de Delftse binnenstad ondernemers Naast zijn werk als BOB-voorzitter is Lansen werkzaam als adviseur ondernemerscollectieven bij de brancheorganisatie IN- retail, en accountmanager van platform DNWS dat zich richt op het toekomstbestendig maken van winkelgebieden, voor ondernemers, vastgoedpartijen, gemeenten en andere betrokkenen. 

Ad Dekkers was jarenlang retail ondernemer en benadert leegstand door de ogen van de bezoeker van een gebied: “Voor de bezoeker is het niet belangrijk of het gaat over een winkel of horeca. Daarentegen kijken gemeenten en ondernemers naar balans en groeimogelijkheden.” Dekkers is directeur Bureau Binnenstad Den Haag, een onafhankelijke stichting van gemeente en private partijen (Stichting Binnenstad) die samenwerken aan de economische agenda van de binnenstad. Een brede agenda die onder andere gaat over gastvrijheid, marketing, vestigingsklimaat, bereikbaarheid, kwaliteit van de omgeving en de toekomstkansen.

Eten en drinken
Peter van Haagen scherpt de definitie ‘winkelgebieden’ aan: “Het merendeel van de mensen gaat naar zo’n gebied om iets te kopen. Maar je kunt er ook langer blijven om bijvoorbeeld iets te eten of te drinken.” Van Haagen was gedurende tien jaar zelfstandig ondernemer en vijf jaar wethouder in Pijnacker-Nootdorp met de portefeuille financiën en economische zaken en verantwoordelijk voor bedrijventerreinen, winkelcentra en bouwlocaties. Van Haagen: “Inmiddels ben ik weer zelfstandig ondernemer en kom ik als interimmanager bij bedrijven om hen te helpen en adviseren bij veranderen transformatietrajecten.

Daarnaast ben ik vicevoorzitter van het landelijk BIZ Platform NL.” Gert de Visser is als strategisch beleidsadviseur economisch vestigingsklimaat werkzaam bij Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). Zijn werkterrein is detailhandel, bedrijventerreinen en kantoorlocaties. De Visser: “Als een gemeente een bestemmingsplan wil wijzigen, vraagt de provincie om een goede regionale afstemming. Daarin neemt de MRDH initiatief. Verder brengen we de regiogemeenten samen als het gaat om het versterken van winkelgebieden.”

Oriënteren bij de buren
Beroepsmatig kijken de vertegenwoordigers óók naar wat andere steden en kernen in de regio doen. Dekkers: “We moeten niet tegen elkaar knokken, maar samen optrekken om een gezamenlijk interessant aanbod te krijgen.“ Lansen: “Wij stimuleren dat Delft Marketing voor de binnenstad een samenwerkingsafspraak maakt met Den Haag Marketing en Rotterdam Marketing, zodat wij bezoekers in de regio houden.” Dekkers: “Alle binnensteden moeten een duidelijke ontwikkelvisie opstellen. Binnensteden veranderen van karakter. Het gaat niet meer alleen over de winkelfunctie. Het is verblijven, ontmoeten, ervaren. Dat betekent dat je winkeliers, horeca, cultuur en openbare ruimten aan elkaar moet koppelen. Van Haagen: “Ik maak mij grote zorgen over ondernemers die alléén met hun eigen winkel bezig zijn. BIZ Platform NL constateert dat er ook te weinig wordt gedaan aan het onder- steunen van bestuurders van winkeliersverenigingen. Voor ons platform een uitdaging om dat te organiseren voor de BIZ-gebieden.”

‘Inbreng en inzet van overkoepelende organisaties is belangrijk’ 

Twee toplocaties
Wat kan tegen leegstand worden gedaan? Lansen: “Er is te veel aan vierkante meters bijgebouwd, de consument shopt anders, binnensteden veranderen. Daarom moeten er winkelmeters uit de markt worden genomen. Die afstemming begint bij de MRDH.” De Visser: “De binnenstad van Delft en In de Boogaard in Rijswijk zijn twee toplocaties, maar veel middelgrote winkelgebieden hebben een probleem. Als we niet oppassen, dan wil iedere gemeente toch weer uitbreiden. Onvoldoende speelt mee in hoeverre men van betekenis is voor de bezoekers. Hierover brengen we gemeenten met elkaar in gesprek.” Van Haagen gelooft vooral in de marktwerking van vraag en aanbod. Hij vindt dat gemeenten zover mogelijk van de ondernemers weg moeten blijven en vooral faciliterend moeten zijn. Maar wél voortvarend hun publieke taak moeten oppakken. Lansen deelt dat standpunt deels, want: “Als gemeenten niets doen, krijg je onwenselijke toestanden, waarbij overal Amerikaanse fast food ketens opduiken op plaatsen waar je dat precies niet wilt.” Dekkers: “De overheid kan niet bepalen welke winkels waar komen. Maar kan wel zorgen dat partijen samenwerken. Ik denk dat ook de vastgoedeigenaren hierin een sleutelpositie hebben.”

Dekkers: ”De kwaliteit kan worden verhoogd door per winkelgebied een duidelijk profiel en visie te formuleren. Zo kunnen eigenaren en ondernemers gericht investeren in panden en nadenken over welke functies er in die panden passen.” Van Haagen: “Eigenaren moeten ook bereid zijn met flexibele huren te werken bovenop een vaste vergoeding. Gaat het goed, dan betaal je meer huur. Gaat het minder goed, dan betaal je minder huur.”

Transformatie tot woningen
De Visser brengt in dat leegstand ook kan worden aangepakt door transformatie van leegstaande winkels tot woningen, bijvoorbeeld in een zieltogende aanloopstraat. Ook Van Haagen ziet dat als middel om een winkelgebied te versterken en niet alleen om nieuwe woningen te creëren. Lansen benadrukt de tweedeling om in de kansrijke winkelgebieden te investeren en in de kansarme gebieden te kijken naar vraagstukken zoals transformatie, afbouwbeleid en de daarbij behorende instrumenten. De Visser benadrukt de enorme woningvraag en dat het ook voor winkeliers beter is dat er meer mensen komen wonen dan dat er winkels leeg staan.

Het inzicht

Allen zijn het erover eens dat de inbreng en inzet van overkoepelende organisaties belangrijk is om winkelleegstand aan te pakken. De Visser: “Vooral de kansarme winkelgebieden moeten zich goed organiseren. Samen een visie maken met afstemming naar de gemeente en de regio.” Lansen: “We kunnen van ondernemers veel inbreng eisen, van de overheid beleidsmatige en instrumentele hulp wensen, van de vastgoedeigenaren aanpassingen van huurcontracten, maar het is belangrijk allemaal dezelfde stip op de horizon te zetten.” Dekkers: “Daarbij moeten we de eigen inwoners niet vergeten, want dat zijn de trouwste klanten. Er moet voldoende aanbod zijn voor dagelijkse boodschappen en behoeften.” Van Haagen: “Werk intensief met elkaar samen en streef een gemeenschappelijk doel na.” 

Locatie van het interview: The Penthouse

Restaurant The Penthouse in Den Haag is het hoogste restaurant van Nederland en biedt een geweldig uitzicht, tot wel 45 kilometer ver. Het bevindt zich op 135 meter hoogte, op de bovenste verdiepingen van de Haagse Toren. Het gebouw is geïnspireerd op het beroemde Flatiron building in New York. Naast het restaurant zijn er, verdeeld over 11 verdiepingen, kantoren en vergaderzalen, business suites, een sky bar en appartementen/studio’s.

       
Vorig artikelStart proef deelfietsen
Volgend artikelWerkstress heeft grote gevolgen