16 juli 2024
Wij vergroten de verbinding tussen stad en TU Delft
Verbeteren begint met zien wat er ontbreekt, daarover zijn ze het roerend eens. Te lang zijn de stad en de TU Delft gescheiden door de Schie, vinden Van der Schaaf en Vander Meer. Daarmee staat de universiteit bijna letterlijk op een eiland, op afstand van de Delftenaren. Terwijl de TU Delft een wereldspeler is in wetenschap, techniek en innovatie, blijft dat voor de inwoners en bezoekers van de stad onderbelicht.
Voel de innovatie
Het TU Delft Science Centre is een plek waar de TU Delft laat zien waar de universiteit zich mee bezighoudt. Geen klassiek museum, maar een interactief belevingscentrum waar volwassenen en kinderen techniek kunnen zien en ervaren. Het TU Science Centre is gevestigd op de campus, maar brengt educatie en techniekbeleving ook regelmatig naar het centrum van de stad. “Het jaarlijkse Highlight Delft is daarvan een mooi voorbeeld”, vertelt Van der Meer. “Drie dagen lang trakteren we bewoners en bezoekers op installaties en performances waar kunsten techniek samenkomen. Het is een ontdekkingstocht in de toekomst.” Van der Schaaf vindt het Highlight Delft een van hoogtepunten in de verbinding tussen de TU Delft en de Delftse bevolking. “Die verbinding willen we verbreden en een permanenter karakter geven.”
Innovation Gallery
Ze zitten op een bankje in de pas gereedgekomen Tuin van Delft, pal naast het station, waar veel Delftenaren dagelijks doorheen lopen op weg naar de trein en waar bezoekers die het station uitlopen voor het eerst kennismaken met de stad. Van der Schaaf wijst naar het Huis van Delft dat aan de tuin grenst. “Hier zal vanaf 2025 de Innovation Gallery een permanente locatie openen, gewijd aan Delftse iconen op het gebied van wetenschap en techniek. Die krijgen daarmee de aandacht die ze verdienen.” Van der Meer: “In de Innovation Gallery zijn belangrijke Delftse instituten verenigd, zoals DSM, IHE Delft, Royal Haskoning DHV, Royal Delft, Deltares, TNO, het Hoogheemraadschap Delfland, het Reinier de Graaf Gasthuis, de TU Delft en de Gemeente Delft. Zij zullen vanaf 2025 bijeenkomsten, exposities en tentoonstellingen organiseren over wetenschap, techniek en innovatie.
Techniek en innovatie moeten zichtbaarder worden voor bewoners en bezoekers.
Themajaar Antoni van Leeuwenhoek
Van der Meer en Van der Schaaf willen echter niet wachten tot 2025. “Deze zomer willen we een tijdelijke Innovation Gallery neerzetten, hier in de Tuin van Delft. Bezoekers lopen het station uit en zien naast de indrukwekkende binnenstad direct de innovatieve kracht van Delft”, aldus Van der Meer. En het blijft niet bij laten zien. “Het betrekken van bewoners en ondernemers in de stad is minstens zo belangrijk”, zegt Van der Schaaf. “We willen dat iedereen meedoet.” Dat die aanpak werkt, blijkt uit de activiteiten rond de driehonderdste sterfdag van Antoni van Leeuwenhoek, de Delftse grondlegger van de microbiologie. “Vorig jaar was het Antoni van Leeuwenhoekjaar”, vertelt Van der Meer. “Het leven en werk van Van Leeuwenhoek was overal zichtbaar en voelbaar gemaakt in de stad. De expositie Kom kijken in de Oude Kerk trok veel bezoekers. Aan de workshops die we overal in Delft gaven, deden ruim vijftienhonderd deelnemers mee.” De samenwerking die het Antoni van Leeuwenhoekjaar tot een succes maakte, smaakt naar meer, vervolgt Van der Schaaf. “Deze aanpak willen we verder uitbouwen tijdens het Robotjaar dat we in 2026 gaan organiseren. Daarmee brengen we niet het verleden, maar de innovatieve toekomst naar de stad.”
Robotjaar 2026
“Robotisering is nu al aanwezig in allerlei sectoren, zoals in de logistiek en de gezondheidszorg, maar is vaak niet zichtbaar voor het publiek”, aldus Van der Meer. “In het Robotjaar 2026 moet iedereen kunnen zien wat robotisering betekent: in het dagelijks leven van mensen, nu en in de toekomst.” De ideeën vliegen over en weer. “Hoe mooi zou het zijn als we robotisering kunnen laten zien bij de ondernemers in de stad, bijvoorbeeld met installaties in de etalages en robots in de horeca? Of een wandelende Lichtjesrobot die over de markt loopt in de kerstperiode?”, mijmert Van der Schaaf hardop. “De ideeën moeten nog verder vormkrijgen, maar we nodigen zoveel mogelijk partijen van harte uit om ideeën aan te dragen.