27 september 2022
Hogeschool als innovatiefabriek
“Het is jammer dat het vakantie is en er geen studenten zijn. Je zou het hier eens moeten zien als de school vol in bedrijf is: dan is de hal net een bijenkorf.” Fabian van der Horst, directeur Agri, Food & Life Sciences en vestigingsdirecteur Inholland Delft, zit op een bruine bank in de hal van de hogeschool. Hij houdt van de reuring en moet niet denken aan een werkkamer met de deur dicht. Zijn kantoor is de bank in de hal. Wie hem wil spreken, kan gewoon naast hem neerploffen.
Toekomstmakers in de klas
Van der Horst wil als directeur niet hoog op de hiërarchische ladder staan, maar op de grond, naast studenten, docenten en onderzoekers. Want dit is de plek waar niemand omheen kan: de plek van toekomstmakers die meewerken aan oplossingen voor de problemen waarmee Nederland en de rest van de wereld worstelt. Van der Horst: “Inholland is een innovatiefabriek, zo intensief wordt hier gewerkt aan antwoorden op maatschappelijke vraagstukken, zoals voedselzekerheid, duurzaamheid, de energietransitie, dierenwelzijn en gezondheid. Ik wil onderdeel zijn van die vibe en de optimistische sfeer die hier heerst.”
Innovatie in de tuinbouw
Studenten van Inholland moeten het niet alleen hebben van boekenkennis. Ze werken mee aan oplossingen voor grote maatschappelijke problemen. Zij leren en innoveren tegelijkertijd. “De praktijk is net zo belangrijk”, zegt Van der Horst. “De helft van de tijd zijn ze ergens anders, werkend aan de innovaties die ze hebben bedacht.” Vaak gebeurt het creëren en testen van nieuwe vindingen in samenwerkingsverbanden. De overheid vraagt mbo-, hbo- en wo-instellingen om gezamenlijke oplossingen voor de maatschappelijke vraagstukken die Van der Horst al noemde. “Een belangrijk voorbeeld van zo’n samenwerking zijn de Greenports”, geeft hij aan. “Een coalitie waarin onderwijsinstellingen, bedrijven en overheden innovaties toepassen in de tuinbouw. Een zeer lucratieve bedrijfstak waarin negen miljard euro per jaar omgaat. Inholland Delft is verbonden aan de Greenport West-Holland. Studenten, onderzoekers en docenten brengen een groot deel van hun tijd door in de proeftuin van deze afdeling, het World Horti Center in Naaldwijk. De muren van Inholland bestaan in figuurlijke zin niet. Zo verbonden zijn we met de buitenwereld.”
RoboHouse als voorbeeld
Van der Horst noemt het netwerk waar Inholland Delft deel van uitmaakt een ecosysteem, waarin voor alle betrokkenen een onmisbare rol is weggelegd. “We delen de campus met de TU Delft en De Haagse Hogeschool en hebben nauwe banden met het Lentiz College, dat mbo opleidingen aanbiedt. Theorie en praktijk weten elkaar te vinden. Daar komt veel moois uit voort. RoboHouse is daar een goed voorbeeld van. Een broedplaats voor innovatie die is opgezet door de TU Delft en internationaal bekend staat als de Silicon Valley op het gebied van robotica. Drones die insecten uit de buurt houden van gewassen, sensoren die de bewatering regelen: ze zijn bedacht en gebouwd in RoboHouse en studenten van het mbo, het hbo en de universiteit hebben daaraan meegewerkt.”
RoboHouse begon ooit als startup en geniet nu wereldwijd aanzien. Dat kan zomaar weer gebeuren: aan de rand van de campus verrijzen steeds meer bedrijven van voormalige studenten met verreikende ambities. “We stimuleren het ondernemerschap”, zegt Van der Horst. “Daar besteden we veel aandacht aan, want een bedrijf runnen gaat niet vanzelf. Daarom leren we studenten hoe ze een bedrijfsplan maken en hun financiering kunnen regelen. Groepjes studenten met verschillende vaardigheden starten al tijdens hun opleiding een bedrijf om te leren hoe dat gaat. Dat levert interessante producten op, zoals een cake van bananenschillen die bijdraagt aan een oplossing van het afvalprobleem.”
Hulp bij vergroenen
Toen Van der Horst nog directeur was van de Rabobank in deze regio, hield hij al van het smeden van samenwerkingsverbanden tussen ondernemers, overheid en onderwijs. Hij vindt het mooi dat hij als hogeschooldirecteur hetzelfde kan doen. Bedrijven die een oplossing zoeken voor een probleem, die willen vergroenen en verduurzamen, weten Inholland te vinden. Maar het kan beter, vindt Van der Horst. “Veel bedrijven in Delft en omstreken kunnen onze toekomstmakers vast goed gebruiken. Als ze hen hun gang laten gaan, krijgen ze een oplossing waaraan ze misschien zelf niet eerder hadden gedacht.”
MinorChallenge Ondernemen
Binnen de opleiding Food Commerce and Technology kunnen studenten een eigen bedrijf opzetten. In het derde jaar van deze opleiding volgen zij het vak culinaire productontwikkeling, waarin ze een tof product neerzetten. Vervolgens kan dit in het vierde jaar met de minor ‘Challenge Ondernemen’ geproduceerd worden. Investeerders worden gezocht om het product op de markt te brengen en hopelijk kunnen zij aan het eind met winst worden terugbetaald.