Zonder talent staat de innovatiemotor stil

0
Zonder talent staat de innovatiemotor stil

Hogeschool Inholland wil het onderwijs zo goed mogelijk laten aansluiten op de groeiende behoefte aan talent vanuit het bedrijfsleven. Door de samenwerking met Biotech Campus Delft doen de studenten al in hun tweede studiejaar ervaring op bij Delftse biotechbedrijven. Petra de Leeuw, programmamanager bij Hogeschool Inholland, vertelt.

Sinds 2018 is het voormalige DSM-terrein in Delft omgedoopt tot de Biotech Campus Delft. De campus ontstond toen DSM haar locatie openstelde voor andere bedrijven in de biotechnologie om onderling kennis en infrastructuur te delen en innovatie aan te jagen. Inmiddels biedt de campus onderdak aan tientallen startups, scale-ups en gevestigde bedrijven in de industriële biotechnologie. In 2019 richtten DSM, de Gemeente Delft, de TU Delft, de Provincie Zuid-Holland en InnovationQuarter Planet B.io op, de non-profit om innovatie te faciliteren.

Transitie

Bouke de Jong is CTO van Planet B.io. “De klimaatcrisis noodzaakt ons de transitie te maken van een fossiele naar een circulaire economie onder andere gebaseerd op biotechnologie. Een economie waarin we gebruik maken van levende organismen om producten te maken uit hernieuwbare grondstoffen. Op de campus vind je bedrijven die aan deze transitie bijdragen. Onze rol is hen te ondersteunen en faciliteren. Zo zorgen we voor gedeelde labfaciliteiten. Veel start-ups hebben geen eigen lab en kunnen zo toch hun testen en onderzoek uitvoeren. Ook delen we ons netwerk en onze kennis, bijvoorbeeld over subsidiemogelijkheden. Sinds anderhalf jaar kunnen we bedrijven ook ondersteunen met talent, dankzij de samenwerking met Hogeschool Inholland. Dat is enorm belangrijk, want zonder nieuw talent staat de innovatiemotor stil.”

Studenten en docenten horen wat er bij bedrijven speelt, en daar passen we het onderwijs op aan

Groeiende vraag naar talent

“Onze samenwerking ontstond vanuit de vraag op de campus zelf”, vertelt De Leeuw. “De biotechnologie is een sterk groeiend werkveld waarin ontwikkelingen snel gaan. De vraag naar goed opgeleide professionals is groot.”

Start-ups and scale-ups zijn per definitie aan het groeien en dus op zoek naar nieuwe mensen, vult De Jong aan. “Die vraag naar talent sloot helemaal aan bij onze ambitie”, gaat De Leeuw verder. “Wij willen dat ons onderwijs aansluit op wat er in het bedrijfsleven speelt, en willen een kenniscentrum en innovatiemotor zijn voor de hele regio. Dankzij onze samenwerking voeren studenten bedrijfsopdrachten uit (zie kader, red.) of lopen zij stage bij bedrijven op de campus. We helpen daarmee een ondernemer en onze studenten werken aan een echt vraagstuk. Daarnaast horen studenten en hun begeleidende docenten wat er bij bedrijven speelt en nemen dat mee de opleiding in. Zo ontwikkelen we een specifieke afstudeerrichting binnen de opleiding Biotechnologie rond de eiwittransitie, gebaseerd op vragen vanuit het bedrijfsleven.”

Samenspel

De Jong: “Het samenspel tussen bedrijfsleven en onderwijs is cruciaal. Zo werken we samen met de TU Delft aan fundamenteel biotechnologisch onderzoek.” De studenten werken aan de follow-up, aldus De Leeuw. “Zij kijken hoe een nieuw ontwikkeld eiwit toegepast kan worden in de voedingsindustrie. Zo heeft een groep studenten een extra eiwitrijke variant van nougat ontwikkeld.”

Start-ups and scale-ups zijn per definitie aan het groeien en dus op zoek naar nieuwe mensen

Ondernemersvaardigheden

“Voor de start- en scale-ups op de campus is het van groot belang dat studenten niet alleen het juiste kennisniveau hebben”, gaat De Jong verder, “maar ook dat ze analytisch denken en ondernemend zijn. Juist in dit soort kleine bedrijven moet je breed inzetbaar zijn.” De Leeuw: “Het ontwikkelen van analytische en ondernemersvaardigheden is een belangrijk onderdeel van onze opleidingen. De problemen van nu vragen om studenten die straks een impactvolle rol kunnen spelen in innovatie.”

Communiceren met de opdrachtgever

Leah Schneider, tweedejaarstudent Food, commerce and technology, voerde samen met twee studiegenoten een bedrijfsopdracht uit bij start-up Protein of Tomorrow. “Dit bedrijf heeft een eiwitpoeder ontwikkeld en wilde weten wat de technische functionaliteiten daarvan zijn, bijvoorbeeld wat de water- en oliehoudende capaciteit is. Met die kennis weet je hoe het eiwit toegepast en in de markt gezet kan worden.” Schneider leerde vooral hoe belangrijk het is de vraagstelling van je opdrachtgever scherp te krijgen. “Ik heb geleerd hoe je daarover communiceert met de opdrachtgever en heb daar nu bij m’n stage veel profijt van.”

Docent Marinka Gelevert begeleidde de drie studenten. “Ik heb ze enorm zien groeien. Als opleiding vinden wij het heel belangrijk dat studenten al in het tweede jaar bij een echt bedrijf werken. Ze voelen dat ze echt moeten presteren en maken kennis met het reilen en zeilen binnen een bedrijf. Ook leren ze samen te werken en zich te verdiepen in wat de opdrachtgever wil.”

Tekst: Heleen Platschorre | Foto’s: Sam Rentmeester

Vorig artikelAl 45 jaar specialist in mobiele interne transportmiddelen
Volgend artikelPleidooi voor meer samenwerking