Er gebeurt iets magisch als Jos Neet (mede-eigenaar van GDS Keramiek, en Sebastiaan Jansen (partner bij architectenbureau KOW) met elkaar praten. Er ontstaat een mooie dynamiek zodra het gaat over (bak)stenen, metseltechnieken en nieuwe ontwikkelingen, maar vooral als het gaat over de toekomst. Jansen: “Wij denken altijd na over een hoger doel. Hoe kunnen wij, door modern vakmanschap te combineren met de juiste producten, de wereld verbeteren?” Hij noemt Jos Neet van GDS de imperfecte perfectionist die meedenkt hoe een project karakter krijgt.
De wereld verbeteren, het kan echt
Met hart en handen
Neet moet lachen, maar begrijpt Jansen volkomen. De beide heren zijn uit hetzelfde hout gesneden. Veel scholen en studies doorlopen, werkervaring opgedaan en wijzer geworden, maar altijd blijven dromen over een betere wereld. Ze zitten vaak samen aan tafel: de architect en de leverancier die samen nieuwe ideeën bedenken voor een meer duurzame manier van bouwen. Toekomstbestendig, waarin elk onderdeel van de keten telt.
Echte oplossingen
De woorden circulaire economie, duurzaamheid, CO2-neutraal willen zijn … het klinkt wel eens wat hoogdravend, maar waar het om gaat is dat voor elk stukje van de keten bekeken moet worden hoe dat schakeltje nu rijp gemaakt kan worden voor die duurzame toekomst. De kracht om dat samen te bedenken en de vertaalslag maken, hebben de heren tot kunst ontwikkeld.
Dicht bij de natuur
Jansen vertelt hoe hij nadenkt over gebouwen: “Of je er nu werkt of woont, een gebouw moet fysiologische voordelen hebben. Het gaat om de details. Om de juiste balans tussen lucht, licht en warmte. Om de uitnodiging tot bewegen in een pand te stimuleren
door na te denken over de plaatsing van trappen. Als al deze elementen juist zijn ingevuld gaat je hartslag omlaag, voel je je fijner en gelukkiger. Wij ontwikkelen architectuur die voelt als een tweede natuur.” Jansen bedoelt dan niet dat je maar lukraak bomen in je showroom moet zetten, maar dat je echt alle materialen en het ontwerp moet afstemmen op de basisgedachte dat je dicht bij de natuur moet blijven.
Vernieuwend meedenken
Neet zit op exact hetzelfde spoor als Jansen en ziet dat we in Nederland langzaam de baksteentraditie aan het doorbreken zijn, of de baksteen op zijn minst anders gaan toepassen. De regelgeving helpt een aardig handje mee. “Er zullen producten af gaan vallen, maar tegelijkertijd komen er andere producten bij. Dat geldt ook voor de manieren om onze producten te verwerken. Laat ik een voorbeeld geven. Laatst belde er een klant die vroeg of ik snel een metselaar kon leveren. Ik antwoordde dat dat niet zo snel kon, maar dat ik wel een techniek wist om de stenen te stapelen. Dry-stacken, waarbij een door DSM ontwikkelde kunststof ligger zorgt voor het verband tussen de stenen. Hij was na afloop zo laaiend enthousiast dat het nu vaker wordt toegepast.”
Hippe (bak)stenen
Naast de efficiencyverbetering gebeurt er ook heel veel op het gebied van stenen zelf. Jansen laat een dunne steen zien, die voorzien is van een coating bestaande uit afvalresten na verbranding, met daarin een glinstering van glasdeeltjes. Erg fraai en ook nog eens een prachtig voorbeeld van recycling. Dat brengt de heren gelijk op de uitleg dat bakstenen niet meer zo dik hoeven te zijn, omdat ze geen dragende functie meer hebben in de gevel. Daardoor kunnen stenen dunner worden, maar bijvoorbeeld ook zo worden uitgevoerd dat je van één steen met een tikje twee stenen kunt maken, met aan beide kanten een ander reliëf. Zo wordt een gevel nog speelser.
Samen bedenken wij hele mooie oplossingen
Nadenken en meedenken
Ook liet Jansen een gemeente zien wat je nog kunt doen met stoeptegels van 30 x 30 cm die ongebruikt op de werf liggen of naar het grofvuil zouden gaan. “Kijk maar eens hoe mooi het snijvlak is wanneer je de stenen splijt. Je kunt er drie uithalen van 10 x 30 cm. Daar kun je dan weer hele mooie dingen mee doen. Weggooien hoeft niet meer, maar dan moeten alle partijen bereid zijn mee te werken, ook de aannemers die van huis uit toch wat conservatiever zijn. We moeten toe naar een CO2-vrije wereld. Dat betekent dat we stappen moeten gaan zetten. Maar het kan! We zeggen niet voor niks dat wij bij KOW in 2030 CO2-neutraal willen zijn.”
Het kan echt!
Neet beaamt dit en zegt: “Alles kan, als je maar wilt. Zet alle partijen bij elkaar, dan heb je het vermogen om initiatieven te nemen. We zetten iedereen in beweging om na te denken over praktisch toepasbare oplossingen. Jansen en ik hebben die handtekening al onder onze ambities gezet, nu gaan we op zoek naar zij die ons pionierschap willen ondersteunen. Nu nadenken over wat er over tien jaar gebouwd gaat worden. Met modern vakmanschap, allure, karakter en eigentijdse producten en oplossingen. Het kan echt.”
