‘Ik hoop dat Delft over tien jaar dé plek is waar je naartoe moet om te innoveren in food en agri’
In gesprek met Tjerk-Martijn Mulder, directievoorzitter van Rabobank Zuid-Holland Midden
De agrarische sector blijft een terugkerend element in het leven van Tjerk-Martijn Mulder. Een bij uitstek duurzame branche, die de bank én Mulder terugbrengt naar de basis: zorgen voor de maatschappij. Een vraag- antwoordgesprek over de bank en ‘het Delft’ van de toekomst.
De toekomst van agri en food
Tjerk-Martijn Mulder wilde eigenlijk boer worden. Toch?
“Ik ben opgegroeid in Friesland. In mijn vrije uren was ik boerenknecht. Ik wilde dierenarts worden, maar heb mij op het laatste moment bedacht en ben met een studie genees- kunde gestart. Al snel kwam ik erachter: dit is niets voor mij. Toen ik coschappen ging lopen, merkte ik: ik ben niet zozeer geïnteresseerd in de medische aspecten van het individu, maar eerder in hoe wij binnen het maatschappelijk systeem kunnen proberen zo goed mogelijk voor elkaar te zorgen.”
De Rabobankier in Mulder was geboren zou je kunnen zeggen.
“De bank is opgericht door boeren. Daarom komt de voedselketen terug in vrijwel alles wat we doen. In het buitenland opereren we zelfs sec als food en agri bank. Samen proberen we iedereen zo goed mogelijk van gezond voedsel te voorzien, de CO2 foodprint te verlagen, voedingswaarde te verhogen en verder te verduurzamen. In de regio van Delft zijn we aan de slag met ‘korte voedselketens’ om zo producten vanuit Midden-Delfland direct op je bord te krijgen.”
Een paar jaar geleden zette je een nieuwe stap: je vertrok met het hele gezin naar Australië.
“We wilden meer van de wereld zien. Dit was het moment. Plots stonden we daar, met zijn vieren. De eerste maanden was alles nieuw, kostte alles energie. Mijn vrouw, onze twee kinderen en ik hebben daar in drieënhalf jaar tijd samen een enorme persoonlijke groei doorgemaakt. We vertrouwen nu meer op onszelf. Dat moet ook, in een land dat zo geregeerd wordt door de natuur. Waar je als mens zo nietig bent.”
Toch was daar ook een vertrouwd element: het boerenleven.
“Ik keer altijd terug naar die basis. Dat trok me ook naar Delft, Midden-Delfland, Oostland en Westland. Ik functioneer goed op het snijpunt van transformatie en vertrouwdheid. In Australië wordt geboerd op immense schaal. Daar kunnen wij in Nederland veel van leren. Kennis, netwerk en kapitaal, daar draait de Rabobank ook op.”
De boerderijen die verduurzamen, zijn de boerderijen die blijven
Jullie streven naar een meer duurzame relatie met de klant en naar een duurzamere wereld.
“De voedselketen moet verduurzamen – dat staat vast. Sommige partijen vinden dat wij ons daar als bank niet mee moeten bemoeien. Terwijl, eerlijke verdeling en transparantie in de voedselketen is voor ons minstens zo belangrijk. Bovendien zijn hoge duurzaamheidsscores voor ons nodig om financieringsrisico’s in te schatten. Hoe snel en in welke mate lukt het een bedrijf te verduurzamen en wat kost dat? Voor ons is verduurzaming een voorwaarde voor het verstrekken van kapitaal. Daarom hebben we ook miljoenen (aan financiering) ter beschikking voor ondernemers die hun pand willen verduurzamen. Daarnaast past verduurzamen uitstekend binnen de agrarische sector. Boeren en tuinders runnen vaak familiebedrijven. Ze zijn altijd bezig met de volgende generatie: ze willen een gezond bedrijf op een gezond stuk land, ook voor hun kinderen.”
Op welke manier maakt dit onderdeel uit van het verdienmodel van de bank?
“De boerderijen en glastuinbouwbedrijven die verduurzamen, zijn toekomstbestendig. We financieren gezonde bedrijven en dat betaalt zich terug. Als je in het buitenland zegt dat je bij de Rabobank bankiert, betekent dit dat je een premium producer bent. Die bedrijven zoeken elkaar daar op en delen best practices met elkaar. Dat mogen we in Nederland ook meer doen.”
Mis je een bepaalde innovatiekracht bij de ondernemers in onze stad? “Delft barst van de innovatie. Kijk bijvoorbeeld naar de TU Delft. Wat ik wel mis: de verbinding tussen de universiteit en de stad. Theater De Veste doet dat bijvoorbeeld al heel goed, met colleges over techniek. Ook van I Change, een broedplaats waar de strijd tegen voedselverspilling centraal staat, ben ik onder de indruk: van het inzicht dat we onze voedselketen anders moeten inrichten, van het verhaal van de onderneemster en van de binding met de stad. Zulke initiatieven zou ik graag meer willen zien.”
Boeren zijn altijd bezig met de volgende generatie: ze willen een gezond bedrijf op een gezond stuk land, ook voor hun kinderen
Ervaar je de coronaperiode als een crisis of een kans?
“Het woord crisis heeft twee betekenissen: drama en kanteling. We hebben gezien hoe een persconferentie van een halfuur de cashflow van honderden bedrijven tot stilstand kan brengen, hoe één virus tienduizenden mensen kan treffen. Wel is de keerzijde van deze crisis dat we met z’n allen anders zijn gaan denken. We zijn teruggekeerd naar een basis waarin mensen elkaar helpen. Echte ondernemers hebben snel gehandeld naar de mogelijkheden: horecazaken zijn gaan bezorgen, leegstaande panden zijn gevuld met nieuwe initiatieven, lokale ondernemers hebben de handen ineengeslagen in de vorm van de Delftse Doosch, een boodschappenpakket samengesteld uit ambachtelijke producten van lokale ondernemers. Men werkt weer samen. Niet voor de maximale winst, maar voor de optimale winst. Alles om het hoofd boven water te houden.”
Heeft corona ook de toekomst van de bank veranderd? Blijft die voornamelijk geldverstrekker?
“Daar blijft behoefte aan. Wel hebben drie maanden lockdown ons vijf tot tien jaar vooruitgang op het gebied van digitalisering bezorgd. Daar moeten ook wij als bank in mee. Natuurlijk blijven we geworteld in de regio, maar we moeten ons ook aanpassen aan de nieuwe wereld die is ontstaan. We denken na over de vraag hoe we op een mooie manier lokaal betrokken kunnen blijven in een wereld waarin samenwerkingsverbanden niet langer ontstaan op basis van fysieke nabijheid, maar door ge- deelde interesses. We gaan terug naar ons basis-gedachtegoed: we nemen vooral de rol van caretaker op ons, die ervoor zorgt dat men op een gezonde, innovatieve en duurzame manier kan ondernemen.”
En hoe ziet ‘het ideale Delft’ er over tien jaar uit?
“In Delft komt alles bij elkaar waar ik gelukkig van word. Het is een bruisende studentenstad, een plek waar wordt geïnnoveerd en waar prachtige producten worden gemaakt. Het is een geborgen stad waar je je armen omheen kunt leggen. Ik hoop dat Delft over tien jaar dé plek is waar je naartoe moet om te innoveren in food en agri – denk aan robotica, energietransitie en Artificial Intelligence (AI). Zodat mensen niet alleen naar Delft komen voor de historie, maar ook voor het heden en de toekomst.”
Nog meer inspiratie nodig? Kijk hoe de bank samen met gemeente en ondernemers in Delft tijd, geld en energie steken in verduurzaming van bijvoorbeeld bestaande gebouwen.
