Bouwen aan een betere wereld

0

Museum voor Delfts beroemdste sociaal ondernemer

Het kan geen Delftenaar ontgaan zijn: al een aantal jaar liggen er plannen voor een museum over de Delftse rasondernemer Jacques van Marken. De zoektocht naar een passende vorm is volop gaande. Daarin krijgt ook de hedendaagse Delftse sociaal ondernemer een plaats. Een gesprek met Lucas van Wees, voorzitter van de stichting die zich bezighoudt met het levend houden van het gedachtegoed van Van Marken en zijn vrouw Agneta Matthes.

Van Wees herinnert zich het moment waarop het idee voor een museum indaalde nog goed. Van Marken, die in 1869 de Nederlandse Gist & Spiritusfabriek (NG&SF) oprichtte, werd in 2019 in het oude hoofdkantoor van NG&SF geëerd met een goedlopende tentoonstelling. Min of meer tegelijk bracht schrijver Jan van der Mast een biografie over de Delftse ondernemer uit, die ook enthousiast ontvangen werd. Het was voor Van Wees duidelijk: Van Marken verdiende een eigen museum. Als sociaal ondernemer zette hij zich in voor een betere wereld, onder meer door voor zijn werknemers een complete woonwijk te bouwen: het Agnetapark. Ook op andere plekken in Delft zijn nog sporen van Van Marken te vinden: van zijn graf op begraafplaats Jaffa tot de fabrieken van DSM, inmiddels opgegaan in dsm-firmenich.

Bloeiende museumsector

Hoe begin je een museum? Daarvoor werd de hulp ingeroepen van Marco van Vulpen van onderzoeksbureau BMC. Hij becijferde dat een Van Marken-museum zo’n 40.000 bezoekers per jaar zou kunnen trekken. “De Nederlandse museumsector is gezond”, weet Van Vulpen. “Delft trekt met haar bloeiende toeristische sector een hoop mensen die in het verhaal van Van Marken geïnteresseerd zouden kunnen zijn. ”Als voorbeeld diende onder meer het museumcomplex voor de heer Lever, mede-oprichter van Unilever, in Liverpool: ook een sociaal ondernemer die zijn sporen in een stad heeft nagelaten. In Nederland werd onder andere gekeken naar het Biesboschmuseum in Werkendam, waar je geschiedenis van de omgeving tot je kunt nemen en vervolgens naar buiten kunt.”

Strategische heroriëntatie

De stichting Museum Van Marken had haar zinnen gezet op het Taplokaal, onderdeel van de oude gist- en spiritusfabriek grenzend aan het Agnetapark, aan de rand van de binnenstad, goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Helaas warende belangrijkste partners, de gemeente en dsm-firmenich, niet direct enthousiast. Beide hadden geen ruimte voor een financiële investering. Bovendien bevindt het pand zich op het bedrijventerrein van dsm-firmenich – geen passende plek voor museumbezoekers. Het was tijd voor een strategische heroriëntatie, vertelt Van Vulpen. “We riepen de hulp in van experts en organiseerden discussiebijeenkomsten. We zochten naar andere vormen voor het museum: het kon bijvoorbeeld ook een bezoekerscentrum, pop-up museum of digitaal platform worden. Het is tenslotte niet alleen de bedoeling dat je de geschiedenis van Van Marken tot je neemt, maar ook plekken in de stad bezoekt.”

Eerst wat, dan hoe

Een opmerking die inzicht gaf, kwam van Wim Pijbes, voormalig directeur van het Rijksmuseum, herinnert Van Wees zich. “We richtten ons al te veel op het hoe, terwijl we eerst nog keuzes moesten maken over het wat. Welk verhaal willen we precies vertellen? Van Marken is een symbool voor sociaal ondernemerschap, innovatie en stadsontwikkeling. Hij bouwde aan een betere wereld.” Dat impactvolle ondernemen is tegenwoordig populairder dan ooit. Een brug naar de dagelijkse realiteit van Delftse ondernemers lag dus voor de hand. Zo ontstond het idee voor nieuwe vormen van programmering, zoals een Van Marken-ondernemersprijs en -lezing. “We willen ondernemers met elkaar in contact brengen, met zijn gedachtegoed als sociaal ondernemer als verbindende factor.”

Landelijke aanpak

Een fysiek museum zit er voorlopig niet in: daarvoor is in Delft niet genoeg geld beschikbaar. Daarom is een landelijke aanpak nodig, beseft Van Wees. “Van Marken valt te plaatsen in de bredere context van de aartsvaders van de Nederlandse industrie: de oprichters van grote bedrijven als KLM, Philips en Shell, die de Nederlandse economie met grote sprongen vooruit hielpen. Door dat grotere verhaal te vertellen, hopen we een breder publiek aan te spreken.” De strategische heroriëntatie richt zich daarom op een verdere samenwerking met partijen in Delft en activiteiten om het erfgoed en gedachtegoed van de Van Markens levend te houden. “We verheugen ons erop om de komende jaren te bouwen aan een vorm waarin we het verhaal van Van Marken in al zijn facetten kunnen vertellen”, besluit Van Wees. “Hopelijk maken we daarmee de weg vrij voor een eigen museum zoals we dat in optima forma voor ons zien.”

Club van Marken

Voor bedrijven die de plannen van Museum Van Marken steunen, is er de Club Van Marken. Op dit moment zijn al tien zakelijke vrienden en 250 particuliere vrienden aan het project verbonden. Zij zetten zich graag in voor de verspreiding van het gedachtegoed van de Delftse ondernemer.

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt dankzij: onderzoeker Marco van Vulpen van BMC, dsm-firmenich, Kunstwacht, EBH Legal, Joh. van Buuren en Zn. en Breedband Delft.

Tekst: Anne Louïse van den Dool l Foto’s: Beeldarchief NG&SF/DSM, Stadsarchief Delft, Ronald Speijer

Vorig artikelBedrijvigheid in voormalige fabriekshallen
Volgend artikelHoogste tijd voor vernieuwing