‘Contact tussen ondernemers: belangrijk’

0
Kaarsenmakerij wilt samenwerken met ondernemers uit Delft

Op Vrouwenregt 11, in een deel van voormalig hotel De Emauspoort, begon Edward van Fessem afgelopen najaar de Stadskaarsenmakerij Delft. ‘Ik zet me graag in voor meer onderlinge samenwerking tussen ondernemers.’

Edward van Fessem was twintig jaar docent Sociaal werk op het ROC Mondriaan. “Best zwaar werk, maar ik heb er altijd iets naast gedaan om mezelf scherp en creatief te houden. Zo verhuurde ik een periode bungalowtenten in Frankijk en heb ik me ingespannen voor het realiseren van een Camera Obscura in de watertoren. Dat is toen niet gelukt, maar de behoefte om iets voor Delft te doen, bleef.”

Creativiteit

Corona brak uit. Het leuke van lesgeven – het directe contact met leerlingen – viel weg. “Ik zat hele dagen thuis achter de computer; ik móest er gewoon iets creatiefs bij hebben. Toen kwam ik uit op het maken van kaarsen. Aan de Lange Geer huurde ik een klein atelier, kocht ketels en paraffine en ben gewoon gaan oefenen en ontwerpen. En binnen een week wist ik: dit vind ik héél erg leuk!.” Van Fessem kan er zijn creativiteit en ondernemerschap in kwijt. Bovendien beschouwt hij zijn Stadskaarsenmakerij als een aanvulling voor Delft – voor inwoners en toeristen.

Helpen

Er kwam een ruimte vrij aan Vrouwenregt 11. “De eigenaren van hotel De Emauspoort begonnen een plantenwinkel en een short stay accommodatie. Deze ruimte, de voormalige ontbijtzaal, kwam te huur. De beslissing was snel genomen.”
Vanaf de start weten veel mensen zijn zaak te vinden, zegt hij. “Niet alleen om kaarsen te kopen, maar ook om te komen helpen, als vrijwilliger. Bijvoorbeeld studenten die even iets anders willen doen. Een paar uurtjes kaarsen dompelen of decoreren, geeft energie.”

Fluitend

Het bracht Van Fessem op het idee om zijn bedrijf ook in te zetten voor re-integratie. “Ik wil graag sociaal ondernemen. Daarom wil ik met organisaties in gesprek over een mogelijke re-integratieplek hier. Ik merk dat het mensen goed doet om hier een tijdje te zijn. Dat geldt ook voor mezelf. Ik maak veel meer uren dan toen ik nog docent was, maar ik doe het fluitend. Heerlijk dat het ondernemerschap dat kan brengen.”

Straatbeeld

Ook heeft Van Fessem de wens om de onderlinge banden tussen Delftse ondernemers te versterken. “Ik ben begonnen met een whatsapp-groep aan het Vrouwenregt. Bijvoorbeeld om af te stemmen wat we met Lichtjesavond doen. Je hoeft heus geen twintig keer per jaar met elkaar te borrelen, maar het is wel heel belangrijk om met elkaar in contact te zijn.”
Van Fessem wil graag bijdragen aan meer beleving in de stad. “Ik hoor veel mensen mopperen dat er in Delft vooral heel veel te eten en te drinken is. Horeca is leuk, maar het is wel erg veel. Als je naar bijvoorbeeld Deventer, Haarlem of Maastricht kijkt, zie je daar een veel gevarieerder straatbeeld.”

Bundelen

Met meer diversiteit aan leuke ondernemingen kan Delft er ook voor zorgen dat bezoekers wat langer blijven, denkt hij. “Ook daarvoor is onderlinge samenwerking heel belangrijk. In mijn geval denk ik aan ‘arts and crafts’: een cirkel van ambachten en een cirkel van workshops. Daarbij is het idee dat we alles wat we in Delft op dat terrein te bieden hebben op een of andere manier bundelen. Dan kunnen we ook mensen naar elkaar doorverwijzen. Maar daarvoor moeten we elkaar wel eerst kennen – en dat is de uitdaging.”

Brabant

De basis voor een bloeiend Delft is meer dan voorhanden, denk Van Fessem. “We hebben in Delft zóveel leuke historische verhaallijnen. Dat gaat veel verder dan Delfts blauw en het koningshuis.”
En daarbij hoeft de stad echt niet vooral te mikken op bezoekers uit het buitenland. “Ik krijg hier regelmatig mensen uit bijvoorbeeld Brabant, Zeeland en Utrecht. De meesten van hen zeggen dat ze nog nooit eerder in Delft geweest zijn. Hoe is het mogelijk? Leuk hoor, die buitenlandse toeristen, maar in Nederland valt ook nog een wereld te winnen.”

Zeep

Heeft Van Fessem toekomstplannen? “Natuurlijk! Ik hoop dat de Stadskaarsenmakerij op een dag zelfstandig kan draaien. Dan kan ik me meer toeleggen op uitbreiding van de re-integratie-tak en op, samen met anderen, Delft verder brengen. En: Delftse zeep maken! Je hebt er dezelfde apparaten voor nodig. Kaarsen maken hoort historisch gezien bij Delft, maar zeep ook – denk maar aan Zeepfabriek Bousquet. Al is mijn onderneming nog pril, je moet altijd nadenken over de volgende stap.” 

Bron: https://www.delft.nl/nieuws/contact-tussen-ondernemers-belangrijk

Vorig artikelDuurzame partners in de regio
Volgend artikelRuimte voor innovatieve maakindustrie