Foto van de Dialoog uit Delft.business

Ondernemers die hun droom willen realiseren stuiten niet zelden op regels en procedures. Om hen te faciliteren heeft de gemeente Delft accountmanagers benoemd. Binnen de landelijke wet- en regelgeving en de gemeentelijke kaders zoeken zij naar mogelijkheden om bedrijvigheid en ondernemerschap ruim baan te geven. Als pilot hebben gemeente, ondernemers en burgers gekeken hoe ze het winkelgebied rond de Van Foreestweg kunnen verbeteren. Die afstemming is vaak lastig: ondernemers hebben vrijheden nodig om te kunnen ondernemen, terwijl bewoners comfortabel willen wonen. De pilot is een experiment om uit deze impasse te komen. De komende tijd doen de accountmanagers een ronde door Delft om te kijken waar deze aanpak nog meer gefaciliteerd kan worden. Op de volgende pagina’s maakt u kennis met de eerste resultaten en een aantal accountmanagers.

Samen werken aan een aantrekkelijker winkelcentrum

Het winkelgebied rond de Van Foreestweg kan wel een flinke kwaliteitsimpuls gebruiken. Als bestuurslid van de winkeliersvereniging doet meesterbanketbakker Matthijs Stoffer daar sinds jaar en dag zijn best voor. Hij krijgt steun van Jacob ten Bosch, die er als procesbegeleider vanuit de gemeente 23 winkeliers interviewde. Ten Bosch beweegt zich graag als verbinder in de gemeentelijke organisatie. Dat smaakt naar meer, vindt de banketbakker.

MS “Dit winkelcentrum voldoet al jaren niet meer aan de moderne tijd. Vroeger maakte je hier een rondje langs de slager, de groenteboer, enzovoorts. Dat is echt voorbij. Alle winkels om mij heen zijn al een paar keer opnieuw begonnen. De branchering laat te wensen over en het is geen geheel. We moeten elkaar als winkeliers en als buurt weer zien te vinden.”

JtB “Als gemeente zijn wij op zoek naar hoe we het hier aantrekkelijk kunnen maken voor de ondernemers. Als we dat voor elkaar krijgen, heeft dat uitstraling op de hele wijk. Daarom heb ik ook 23 ondernemers uit dit gebied één-op-één geïnterviewd en dit samen gebracht in een notitie. Iedereen onderschrijft wat jij zegt: het winkelaanbod moet diverser en de handen moeten ineen geslagen worden, zodat de winkeliers eindelijk weer verbonden zijn met tevreden klanten.”

MS ”Het knappe van jouw stuk is dat je zonder omhaal benoemt waar we al twintig jaar tegenaan lopen. Zoals het er nu naar uitziet ben je de boel aardig aan het openbreken, bij ons en bij de gemeente. Je benoemt ook goed wat we van de gemeente willen: ruimte om te ondernemen!”

JtB “Ik weet waar je naar toe wilt, die reuzenmoorkop van jou…”

MS “Ja! Laatst had ik weer iemand in de winkel, die zei dat ze ooit bij ons terecht was gekomen door onze bestelwagen – met die moorkop op het dak – te volgen. Dat ding leverde zo veel herkenning op. Maar toen we hem hier voor de deur hadden staan, kwam er iemand van de gemeente langs: ‘Uw moorkop is te hoog!’ Als we de moorkop op zijn kant zouden leggen, mocht hij blijven… Dat geloof je toch niet?”

Matthijs Stoffer is onlangs uitgeroepen tot beste patissier van Nederland door het Gilde van Betere Banketbakkers. Hij is al 39 jaar banketbakker en sinds jaar en dag bestuurslid van de vereniging van winkeliers rond de Van Foreestweg.

JtB “Ik kan me er iets bij voorstellen. Toezicht en handhaving mag wel wat soepeler, vinden jullie. Waar we als gemeente naar toe willen, is dat bewoners, winkeliers en gemeente samen verantwoordelijk worden voor de leefbaarheid op de stoep. Wil je als winkelier iets voor je deur doen, overleg dan met buren en de gemeente. Met elkaar verantwoordelijk willen zijn, dat is de essentie.”

MS “Als we samen verantwoordelijk zijn, moeten we ook toe naar een betere branchering. Er zijn hier meerdere winkels met hetzelfde aanbod. Wanneer kunnen we daar doorheen breken?”

JtB “Ook uit de gesprekken met de ondernemers kwam dat naar voren. Branchering is overigens wel een ingewikkeld onder- werp, omdat de gemeente hier niet veel invloed op heeft. Wat de gemeente betreft, begint het bij goed luisteren naar de behoefte. Iedere ondernemer heeft zijn eigen verhaal en wensen. Maar het is ook weer niet zo dat de invoering van een regelluwe zone meteen alle problemen oplost. Wat eraan voorafgaat, is dat ondernemers gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen en een collectief gedragen plan maken. Dat gesprek gaan we binnenkort gelukkig samen starten.”

MS “Dat is inderdaad nu de uitdaging die bij ons, als club van ondernemers, ligt. We moeten af van ‘oud zeer’. Ook onderlinge miscommunicatie moeten we achter ons laten en dan steek ik de hand ook in eigen boezem. En dan kunnen we met de gemeente aan de slag. Ik heb wel het gevoel dat het daar beweegt.”

JtB “De rol van de overheid verandert. Als gemeente willen we aansluiten bij initiatieven van burgers en ondernemers. Collectiviteit is dan heel belangrijk voor ondernemers; treedt als één club naar de gemeente toe. Binnen de gemeente is het vervolgens mijn rol om de verschillende onderdelen te verbinden aan een gezamenlijke opgave.”

MS “Ja, dat herken ik van de overheid. Als ik in de bakkerij een nieuw product wil maken, dan gaan we dat gewoon doen. Binnen een gemeente werkt dat natuurlijk anders. Maar ik heb wel het idee dat er nu diepgaander naar ons geluisterd wordt. En dat je er intern bij de gemeente echt werk van kunt maken. Als banketbakker zeg ik: dit smaakt naar meer!”

Jacob ten Bosch werkt als partner in publiek ondernemen bij de gemeente Delft aan maatschappelijke vraagstukken op het raakvlak publiekprivaat. Innovatief en ondernemend tracht hij organisaties, bedrijven of initiatieven in de stad sterker te maken.

‘Grenzen opzoeken en de dialoog voeren’

Moderne accountmanagers ontzorgen Delftse bedrijven

Delft.business sprak drie accountmanagers van de gemeente Delft, twee gespecialiseerd in horeca en mkb en een gespecialiseerd in kennisintensieve bedrijven.

Jaap van Konijnenburg is accountmanager horeca en mkb in de binnenstad. “Wij fungeren vanuit de gemeente als gezicht naar de ondernemers. Maar onze ambtelijke collega’s binnen de gemeentelijke organisatie zien ons juist als het verlengstuk van het Delftse bedrijfsleven! Hoe dat komt? Dat is niet zo vreemd. Het komt nogal eens voor dat ondernemers iets willen realiseren dat niet binnen de regels past. Als wij zien dat een ondernemer iets opzet met meerwaarde voor de stad, maar in botsing komt met de (vaak landelijke) regels, dan gaan we binnen de gemeente op zoek naar mogelijkheden. We zijn niet te beroerd om de grenzen op te zoeken. Kunnen we een ontheffing op de regels verlenen? Wij brengen wensen van ondernemers en beleidsmakers samen. In dialoog is meer mogelijk. Als wij samen de opties onderzoeken en de discussie zuiver voeren, krijg je de mooiste resultaten.”

Accountmanager: Jaap van Konijnenburg

Sander den Hollander is accountmanager kantorenlocaties, winkelgebieden en bedrijventerreinen in de stad. “Als een ondernemer mij iets vraagt, is mijn insteek eigenlijk altijd ‘ja’ te zeggen. Ook al kan het eigenlijk niet, wat hij wil. Voor een gemeente is dat een gezond uitgangspunt. Wat niet wil zeggen dat het ook altijd ‘ja’ wordt. Maar we doen ons best om ondernemers de ruimte te geven. Ik kijk met trots terug op de vestiging van de ijssalon in het winkelcentrum aan de Vrijheidslaan. De bakker daar wilde stoppen, maar had nog een huurcontract. Een andere ondernemer wilde er een ijssalon starten, maar dat paste niet in het bestemmingsplan. In dialoog werd het tóch mogelijk. Fantastisch, want de ijssalon zorgt nu voor meer betrokkenheid in de buurt. Soms geeft iets de stad een meerwaarde die je vanuit het toepassen van de regels niet direct ziet. Dan is het aan ons om de verbinding mogelijk te maken.”

Accountmanager: Sander den Hollander

Louis Roxs is accountmanager kennisintensieve bedrijven. “Vanuit de gemeente richt ik mij op nieuwe kennisintensieve technologiebedrijven. Delft is hiervoor een ideale vestigingsplaats, met de hoogste concentratie kennisinstellingen van Nederland en al het talent. Voor een logistiek bedrijf dat zes hectare grond zoekt, is Delft minder geschikt. Maar voor een vernieuwende producent van industriële 3D printers, heb ik onlangs nog een plek kunnen vinden op de Schieoevers. Wij zorgen dan voor een zachte landing; ondersteunen bij vestiging en zichtbaarheid, bijvoorbeeld onder potentiëel personeel. Bestaande Delftse kennisbedrijven help ik verbinding te leggen met andere organisaties, het vinden van nieuwe panden bij groei of het verzorgen van exposure. Wij ontzorgen bedrijven en natuurlijk zijn er regels, maar we proberen altijd mee te denken. Dat zijn we als innovatieve stad aan onszelf verplicht.”

Accountmanager: Louis Roxs

 

Vorig artikelZzp’ers in de zorg doen waar ze goed in zijn
Volgend artikelLeerlingvolgsysteem haalt het beste uit scholieren