Leer vakjargon op de werkvloer

Nederland telt 2,5 miljoen laaggeletterden. Dat zijn zowel mensen die Nederlands
als moedertaal hebben, als mensen met een andere moedertaal die de Nederlandse taal hier zijn gaan leren. Het Taalhuis van Bibliotheek Oostland weet dat beter taalgebruik meer zelfvertrouwen creëert. Vaak is er sprake van schaamte als het Nederlands niet goed wordt beheerst. Mensen houden het zelfs geheim. “En als je moet leven met een geheim heeft dat gevolgen. Je kunt er zelfs ziek van worden”, vertelt Esther de Wit van het Taalhuis. Ze benadrukt dat mensen met een taalachterstand niet dom zijn. “Sterker nog, je moet juist veel meer onthouden, omdat je het niet kunt nalezen.”

De wereld wordt steeds ‘taliger’. Communicatie gaat vooral via geschreven berichten. Denk aan mail en whatsapp. “Dat merkten wij ook toen we een nieuwe manier van overleggen met onze medewerkers gingen invoeren”, vertelt directeur Ilone Ammerlaan van Plantenkwekerij Leo Ammerlaan in Bleiswijk. Het bedrijf werkt samen met het Taalhuis. “Eens per vier weken geven we onze mensen presentaties in Word en PowerPoint, waarin we vertellen wat we goed doen, wat we kunnen verbeteren en welke acties daarvoor nodig zijn. We hebben een grote flexibele schil aan medewerkers en het bleek dat onze eigen medewerkers, vaak al decennia bij ons in dienst, tegen taalproblemen aanliepen ten opzichte van de uitzendkrachten. Wij zijn al tien jaar bezig met taallessen voor onze medewerkers met een andere moedertaal. Nu besloten we, op aangeven van de medewerkers zelf, om iedereen binnen het bedrijf de kans te geven mee te doen aan de taallessen via het Taalhuis.”

Steenkolennederlands leer je niet helemaal af, maar het wordt zeker beter

Taalproject doe je samen
Het project ging van start. Belangrijk was de investering van beide kanten, vooral in tijd. De taallessen worden gegeven door vrijwilligers van het Taalhuis van Bibliotheek Oostland. Eén keer per week krijgen de twaalf deelnemers van Ammerlaan in vier groepjes les. Twee uur lang. Eén uurtje krijgen ze van de baas en een uurtje investeren ze zelf. Het is fijn dat alles op de werklocatie plaatsvindt, in de kaskleding, aan het einde van hun werktijd. Zo hoeven ze niet in de avonduren weer apart op pad. Het lesmateriaal bestaat uit concreet materiaal over ieders interessegebied. Constant wordt de vraag gesteld waar ze het meest mee geholpen zijn. Een van de deelnemers, al jarenlang in dienst, verzuchtte dat hij het jammer vond dat hij dit toch niet 25 jaar geleden was gaan doen. De schaamte is voorbij. In de kantine wordt steeds meer Nederlands gesproken en de band onderling is hechter geworden.

Scholen aan zet
Ammerlaan: “We houden een vinger aan de pols en doen maandelijks verslag. Ik vind al jaren dat taalverbetering in ons bedrijf ook een maatschappelijke verplichting is. De tuinbouwsector heeft moeite om vacatures te vervullen. Opleiding en aansluiting vinden, is cruciaal voor een goede arbeidsrelatie en -integratie. En ik hoop natuurlijk dat scholen dit gat over dertig jaar hebben opgevuld. De verantwoordelijkheid ligt primair bij scholen.”

Taalcoaches gezocht
“Bij Ahold-Delhaize heeft dit project ervoor gezorgd dat een medewerker alsnog is gaan studeren en een aantal anderen is een opleiding aan het ROC gestart”, voegt De Wit toe. “Een mooi resultaat dat nieuwe kansen en perspectieven biedt. Het Taalhuis kan nog veel meer vrijwilligers gebruiken. Iedereen die graag met mensen omgaat, het leuk vindt om dit te doen, kan zich aanmelden. Je krijgt in vier dagdelen de basisvaardigheden aangeleerd, waarmee je taalcoach kunt worden. Dan zie je hoe leuk het is om jouw kennis over te dragen.” 

Bedrijven bij elkaar
Naast individuele vrijwilligers zoekt Esther de Wit (Taalhuis) ook bedrijven die willen meedoen. “Verschillende bedrijven kunnen hun medewerkers bij elkaar voegen tijdens de taallessen. Als je bij elkaar in de buurt zit, is dit best een fijne oplossing. Zo creëer je een grotere groep, waarin mensen elkaar stimuleren. De groep bij Ammerlaan communiceert via een whatsapp-groep en spoort elkaar aan waar nodig. Bedrijven kunnen samen aan de slag, zonder alles zelf te hoeven initiëren. Ik leg graag alles uit over de mogelijkheden.”

Reclames op tv en films met ondertiteling zijn perfect voor mijn Nederlands

Aleksandra Heimburger (34) uit Polen: “Ik heb taallessen gevolgd via Ammerlaan. Toen ik hier kwam, koos ik er bewust voor om naar de Nederlandse televisie te kijken. Ik heb veel geleerd van reclames. Die zijn kort en krachtig. En ik luister naar de Nederlandse radio en
lees de Donald Duck. Jullie films hebben Nederlandse ondertiteling, ideaal. Jip en Janneke vind ik lastig, daar staan oude woorden in. Ik heb nu een vast contract, dat voelt heel goed.”

Vorig artikelMijn agenda: Rienske Zegwaard
Volgend artikelVallen en weer opstaan